VERSLAG van het vergelijkend examen voor de be
trekking van adspirant-landmeter van het kadaster,
gehouden te 's Gravenhage op 11 October 1899 en
volgende dagen. J)
's Gravenhage, 16 November 1899.
Aan
Zijne Excellentie den Minister van Financiën.
Ter voldoening aan het verzoek van Uwe Excellentie dd. 4 dezer
n°. 27, registratie, om eene opgave te ontvangen van de schriftelijke
vraagstukken, welke zijn opgegeven aan de candidaten voor de be
trekking van adspirant-landmeter van het kadaster en om een kort
verslag van den algemeenen indruk, dien het examen in elk vak
heeft gemaakt, heeft de commissie belast met het afnemen van het
examen de eer het navolgende mede de deelen.
Voor de wiskundige vakken bestonden de vraagstukken in:
REKENEN.
Tijd l1l-2 uur.
1. Van een stuk laken wordt 1/3 verkocht tegen 7,20, 1/3 van
de rest tegen ƒ6,75 den Meter, terwijl het overblijvende met 15
cent verlies per M. wordt verkocht. Als men op het geheele
stuk 81/3 percent wint, wat was dan de inkoopsprijs per M.
2. 's Morgens om 8 uur vertrekken 2 voetgangers G en H ge
lijktijdig van A naar B. G legt 4 en H 6 K.M. per uur af. Als
H, na een half uur toevens te B, naar A terugkeert, en A 30 K.M.
van B ligt, beredeneer dan op welk oogenblik G vóór zijn aan
komst te B 3,6 maal zoover van A als H van B verwijderd is.
9 Staatscourant 10 Januari 1900.