146
kadaster niet toch vernieuwd moest worden en die vernieuwing,
zonder de door de voorstanders van een kadaster met bewijskracht
aanbevolen hervorming, niet minstens evenveel kosten zou.
Wij beginnen met op dit financieel gedeelte van de kwestie te
wijzen, deels omdat daardoor de vraag: „wie zal dat betalen?",
ons verder niet bezig behoeft te houden, en deels omdat wij er
voor willen waarschuwen, dat men zich door het kostenargument
van de tegenstanders, dat men ook in de Tweede Kamer wel zal
hooren als de zaak daar ernstig ter sprake komt, niet moet laten
in de war brengen. Invoering van een kadaster met bewijskracht
kost geld, maar de noodzakelijke vernieuwing van ons kadaster,
zonder het tot een voor den rechter bewijskracht hebbende instelling
te maken, kost niet minder geld. Men ziet dan ook, dat overal
waar men tot de noodzakelijkheid komt het kadaster te vernieuwen,
men daaraan eene wettelijke regeling doet voorafgaan waardoor
het nieuwe kadaster kan strekken tot bewijs voor de grenzen dei-
grondstukken, waarop bepaalde personen rechten doen gelden.
Alleen in Nederland, dat volgens den onvermoeiden strijder voor
den bedoelden maatregel, den heer Boer, landmeter te Utrecht, in
deze kwestie er naar schijnt te streven den spotnaam: China in
Europa te verdienen, en dat met zijn geheele regeling van het
hypothecair stelsel en de inrichting van de kantoren der bewaring
van kadaster en hypotheken het daglicht niet best velen kan,
alleen in Nederland schijnt men voornemens de vernieuwing van
het kadaster door te voeren, zonder eenige verandering te brengen
in de grondslagen daarvan.
Wanneer men in de finesse van de kwestie van het kadaster
met bewijskracht afdaalt, is de zaak zeer ingewikkeldde hoofdzaak
echter is tamelijk eenvoudig en het gezond verstand wijst naar
onze meening in die hoofdzaak reeds den weg.
Het kadaster zooals wij het thans hebben, is eene instelling
welke het geheele land in kaart heeft gebracht. Daarbij zijn de
verschillende grondstukken opgenomen met inachtneming van de
grenzen der gemeenten; de gemeenten werden voor het in kaart
brengen der grondstukken in secties verdeeldin elke sectie werden,
nadat de grenzen van de grondstukken in de sectie op de kaart
waren aangebracht, de grondstukken zelve met nummers aange
wezen. In aansluiting aan die kaarten zijn er op de kantoren van