147 de bewaring van het kadaster registers, waarop vermeld staat wie bezitters van de in kaart gebrachte grondstukken zijn. De kaarten en registers worden geregeld bijgehouden. Worden de in kaart gebrachte grondstukken aan een ander overgedragen, dan wordt de noodige verandering in de registers gebracht. Komt een gedeelte van een onder een bepaald nummer bekend grondstuk in het bezit van een ander, dan heeft óf een opmeting van den nieuwen plaat selijken toestand en een splitsing van het grondstuk op de kaart plaats, óf wel de kaart blijft onveranderd, maar in de registers wordt aangeteekend dat het grondstuk aan meer dan één persoon toebehoort. Deze kaarten en registers van het kadaster nu strekken tot grondslag van de boekhouding, welke de Staat heeft omtrent de rechten die eigenaars, vruchtgebruikers en anderen op die verschil lende in kaart gebrachte grondstukken hebben. Dat ziet er dus uit als een puike regeling. De grenzen der grondstukken zijn op de kadastrale kaarten te vinden; de namen der rechthebbenden op die grondstukken in de kadastrale en hypo thecaire registers. „Mein Liebchen was willst du noch mehr!' Jammer genoeg is het verband tusschen de kadastrale kaart en de rechten der personen op de grondstukken, welke zij aangeeft, minder innig dan bij oppervlakkige beschouwing het geval schijnt. Het is geen uitzondering dat er een afwijking van 5 tot 10 pet. is tusschen de werkelijke grootte van een perceel en de grootte volgens de kadastrale kaarthet komt herhaaldelijk voor, dat iemand die alleen en uitsluitend eigenaar is van zijn grond, door een verschil tusschen den werkelijken en den genoteerden toestand, bij het kadaster bekend staat als een of meer mede-eigenaren van zijn grond te hebben; en een eigenaar die stellig weet dat zijn grond niet met hypotheek is bezwaard, komt nu en dan tot de minder prettige ontdekking dat, wegens verschil tusschen kadastrale en werkelijke waarheid, zijn eigendom in de hypothecaire boekhouding als wél met hypotheek bezwaard bekend staat. Nu behoeft men geen landmeter of geen notaris te wezen om te begrijpen dat zulk een toestand tot onzekerheid, ongerief, pro cessen en kosten aanleiding geven kan en aanleiding geven moet. Men is als leek licht geneigd de schuld van dien toestand op den landmeter te schuiven. Als de landmeters de grenzen der perceelen maar behoorlijk opmaken, konden dergelijke dingen niet gebeuren, zou men zoo zeggen. Maar een landmeter kan alevel

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1900 | | pagina 151