161
Een overleg werd geopend over de vraag op welke wijze de
vorming van geschikt personeel mogelijk zou kunnen worden
gemaakt. Aan de beantwoording van de vragen, die zich daarbij
voordoen, heeft het Bestuur in het afgeloopen jaar zijne onver
deelde aandacht gewijd. Wellicht zal eerlang deze aangelegenheid
aan het oordeel van de leden onzer Vereeniging kunnen worden
onderworpen.
De ongelijkheid, die er tusschen de landmeters is ontstaan ter
zake van den inkoop van den adspirantentijd voor pensioen heelt
in het afgeloopen jaar aan het Bestuur eenige bemoeiingen veroor
zaakt, die nog niet tot het gewenschte einddoel hebben geleid. In
de eerste helft van Februari is een request met bijlagen aan den
Minister van Financiën aangeboden, waarbij eene geheele restitutie
en ontheffing der verschuldigde bijdragen werd bepleit. Het bleek,
dat het bestaan der ongelijkheid aan Zijne Excellentie geheel
onbekend was; een onderzoek werd echter toegezegd. Ook bij de
hoofdambtenaren aan het Departement, tot wier gebied de zaak
behoort, werd de toestand uiteengezet en het gevolg hiervan scheen
te zijn, dat de kans op redres goed stond. Eene spoedige oplos
sing liet zich echter wachten; na geruimen tijd werd op nieuw
eene poging gedaan om gewaar te worden, hoe het met de zaak
stond. Een onderhoud met de autoriteiten bij de zaak betrokken
leerde, dat de kans op eene bevredigende oplossing niet zeer
groot was. De vooronderstelling, dat misschien een afwijzend
advies van den pensioenraad eene verandering had veroorzaakt in
de goede stemming van den Minister en zijne hoofdambtenaren
ligt wel voor de hand, al was hieromtrent geen zekerheid te verkrijgen.
In dit stadium heeft het Bestuur gemeend op nieuw een request
te moeten indienen, waarbij werd te kennen gegeven, dat de
ongelijkheid geheel is terug te brengen tot een financiëele kwestie
en dat derhalve ook elke andere vorm van redres dan eene ver
nietiging van den inkoop naar de wet van '97 dankbaar zou wor
den aanvaard. Verder werd onzerzijds in overweging gegeven of
daarvoor de vorm van een toelage uit het fonds van het particu
liere werk der landmeters zou kunnen worden gekozen.
Dit punt werd bij Zijne Excellentie en bij de hoofdambtenaren
bepleit.
Nog laat een antwoord op zich wachten; de hoop op succes