171 de kennis der regelen van moraal en recht het voorwerp van onderzoek de maatschappij. Even als de ontwikkelingsgang in de natuur berust op langzame en geleidelijke vervorming naar de wet van oorzaak en gevolg volgens de Darwinistische leer, zoo ook zijn het oorzaken en gevolgen die de mensch onder gaat en niet beheerscht, welke de ontwikkeling der menschheid bepalen. Lijnrecht tegenovergesteld aan deze leer zijn de stelsels gegrond op de eerstgenoemde levensbeschouwing en welke men pleegt samen te vatten onder de leer van het natuur- of rederecht, waarvan Hugo de Groot een der voornaamste apostelen was. Recht en moraal worden gedacht door het hoogere beginsel in den mensch. De natuurwet bevat de verheven overanderlijke gedragsregelen voor alle menschen, hare wijsheid en doelmatigheid zijn gegrond op de algemeene menschelijke natuur. Om in den hemel der rechtsphilosophen van deze richting te worden toegelaten moet de jurist volgens Ihering (Scherz und Ernst in der Jurisprudenz S. 313) de volgende geloofsbelijdenis afleggen: „Ik geloof dat alle rechtswaarheden den mensch door de natuur zijn meegegeven, hem zijn aangeboren en het alzoo slechts aankomt op energiek denken, om ze uit den embryonischen toestand te ontwikkelen, te voorschijn te brengen en te ontvouwen. De mensch draagt de gezamenlijke algemeene rechtswaarheden met zich in zijn rechtsgevoel, dat, door de natuur zelf ingeplant zijnde, bij alle volken en in alle tijden eeuwig hetzelfde is; de historische verscheidenheid der rechten, die hiermee niet in overeenstemming schijnt te zijn, komt voor rekening deels van de onvolkomenheid van ons denken, deels van de positieve wetgeving, die zich slechts door willekeur of bloote nuttigheidsgronden liet leiden." Deze leer bedient zich alzoo van de deductieve methode, die haar kracht zoekt in abstracte redeneeringen en logische gevolg trekkingen, waarbij de feiten van weinig of geen waarde worden geacht en hoogstens worden onderzocht en geschift om bewijs gronden te construeeren voor eene vooropgezette meening. De deterministen daarentegen bedienen zich in hoofdzaak van de inductieve methode, welke op het gebied der natuurweten schappen den scepter voert. Bij deze methode gaat men uit van de meening dat alle theorie grauw isdie strijdt met de logica der feiten. De feiten vormen

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1900 | | pagina 175