172 alzoo het materiaal, waarop het onderzoek wordt gericht; men tracht op onbevooroordeelde wijze de feiten te verzamelen, te schiften en te ordenen. Bij het zoeken van oorzaak en gevolg dient de langs deductieven weg gevonden hypothese slechts als leiddraad voor voortgezet onderzoek. Treffende voorbeelden van deductie vindt men bij wijsgeeren als Kant en Herbert Spencer. Beiden leiden het recht af uit het hegrip der individueele vrijheid. Dit begrip wordt door Spencer1) aldus geformuleerd: „Iedereen is vrij om te doen wat hij wil, mits hij geen inbreuk maakt op gelijke vrijheid van een ander", terwijl hij verder tracht aan te toonen dat „rechten ge volgtrekkingen zijn uit de wet der gelijke vrijheid, en wat uit deze wet niet kan gededuceerd worden ten onrechte wordt bestempeld met den naam van rechten." Dat vrijheidsbegrip dankt zijn machtigen invloed aan de nawer king der stormachtige geestdrift, gewekt tijdens de Fransche revolutie. Doch sinds de beginselen dier revolutie hebben door gewerkt, de emancipatie van den derden stand zijn beslag heeft gekregen, sinds die geestdrift begint te luwen, begint het vrijheids begrip zijn invloed te verliezen. Langzamerheid begint men in te zien dat vrijheid slechts een betrekkelijk, in zekeren zin een negatief begrip is (afwezigheid van dwang) vooral, nu hoe langer hoe meer blijkt dat de ontzaglijke ontwikkeling der productieve verhoudingen waarmede de rechtsverhoudingen in nauw verband staan steeds meer leidt tot vergrooting der afhankelijkheid van den enkeling, dat de toepassing der individueele vrijheid, in den geest als door Sprencer bedoeld, heeft ten gevolge gehad dat, volgens Paus Leo XIII, „een uiterst klein aantal overmachtige en schatrijke kapitalisten een juk, waarlijk niet veel van dat der slaven verschil lende, op de onafzienbare menigte der proletariërs heeft gelegd" (woorden uit de Encycliek „Rerum Novarum"). Zeilende op de zee der ethische bespiegelingen ziet Spencer het recht als een eiland, waarvan hij slechts den omtrek en de zich verheffende gedeelten waarneemt. De onderzoeker volgens de inductieve methode daarentegen bevindt zich op het eiland zelf. Hij doorkruist het in alle rich tingen, beklimt de bergen, daalt af in de groeven, bestudeert de h Justice, part IV of the principles of ethics, Londen 1891, p. 46, 63.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1900 | | pagina 176