182
Zoo bijv. met instituten op de wijzen van verkrijging van
onroerend goed. Waren de middeleeuvvscbe juristen in staat ge
weest de stof te beheerschen in plaats van er door beheerscht
te worden, de werking van het Romeinsche recht volledig te
doorgronden en daarnaast de behoeften van het verkeer te verstaan,
zij zouden althans dit deel van het vaderlandsche recht als een
kostbaar kleinood hebben behoed tegen de invasie van het minder
waardige recht.
Laat ik trachten zoo duidelijk als dit in enkele woorden mogelijk
is de maatschappelijke behoeften en in verband daarmee het
voornaamste rechtsbeginsel betrekkelijk verkrijging van onroerend
goed te schetsen.
Wie onroerend goed wTil koopen moet zekerheid hebben, dat
hij handelt met dengene die gerechtigd is over den eigendom te
beschikken.
Hoe verkrijgt men die zekerheid?
Naar het Romeinsch rechtelijk beginsel, dat o. a. thans nog
hier te lande, in België en in Frankrijk heerscht, luidt het ant
woord: door te handelen met den eigenaar. Eigenaar is hij, die
verkreeg van den vorigen eigenaar krachtens algemeenen titel of
krachtens een geldig contract. Van den vorigen eigenaar geldt
hetzelfde, tot aan den originairen verkrijger toe. Excepties, bijv.
verjaring, laat ik hier rusten.
Volgens het Germaansch-rechtelijk beginsel, eertijds ook hier
te lande van kracht, verkrijgt men die zekerheid door te handelen
met dengene die ingevolge eene openbare handeling als eigenaar
bekend staat.
Oorspronkelijk, toen het verkeer nog gering was, bestond die
openbare handeling in eene symbolieke opdracht voor de verza
melde volksgenooten, later in de inschrijving in een openbaar
register. De overdracht was onafhankelijk van de motieven, van
de obligatorische verhoudingen tusschen de personen, die de han
deling verrichtten. Op grond van die verhoudingen, van gebreken
in de causa" was daarom, althans tegenover derden verkrijgers,
geen wederopeisching mogelijk.
En nu de gevolgen voor het verkeer en de rechtszekerheid.
Volgens het Germaansche grondboekstelsel om mij te bepalen
bij de toepassing van het beginsel in zijn tweede phase kan
de kooper volstaan met de inzage van dat boek; met een oog-