190
Voor de hoekmeting in het net der le orde zijn op ieder station
alle combinatiën der richtingen volgens de methode Schreiber
gemeten.
Bij de 2e en 3e orde zijn rondmetingen gedaan, resp. 6 en 2
maal in eiken kijkerstand.
In het net der le orde is voor de middelbare fout gevonden
voor den op het station vereffenden hoek 0".52, en afgeleid uit de
sluitingsfouten van 73 driehoeken 0".96.
Astronomische breedte- en azimuthbepalingen zijn verricht op
2 punten op bijna 300 K M. afstand van elkander gelegen. Uit
gaande van de breedte en een azimuth op het eene punt, kan
op het andere punt breedte en een azimuth ook door middel van
het vereffende driehoeksnet worden bepaald. De verschillen tusschen
deze berekening en de directe bepaling bedragen in de breedte
1 ".78 en in het azimuth slechts l".48.
Voor het eerste verschil is eene meer dan voldoende verklaring
te vinden door mogelijke afwijking van het schietlood door omrin
gende bergmassa's. Een verschil van 1".48 in azimuth bij eene
verbinding langs minstens 9 primaire driehoekszijden en een basisnet
is zeker al zeer gering te noemen.
De vereffening van het net is uit den aard der zaak bij gedeelten
geschied; voor sommige deelen naar de methode der kleinste vier
kanten, voor andere naar eene benaderingsmethode.
De berekening van het net der le orde leverde de geographische
lengte en breedte voor elk punt. De vooronderstelling is zeker
niet gewaagd, dat voor deze berekening zijn aangewend de formules
door Dr. Schols gegeven voor het gebruik van de projectie van
Mercator ten dienste van de berekening van eene triangulatie in
de nabijheid van den equator. De kaartprojectie van Mercator
is hierbij geen doel maar middel. Voor de samenstelling van een
kaart is dan ook van eene andere methode gebruik gemaakt, en
in deze kaart is de ligging der punten van de 2e en 3e orde direct
bepaald. Over de toegepaste kaartprojectie straks.
De hoogte der driehoekspunten is door trigonometrische hoogte
meting bepaald, bij de punten der 3e orde door enkelvoudige zeniths-
hoeken, bij de andere punten door wederkeerige waarnemingen.
De hoogten zijn uitgedrukt in meters boven Padangsch peil.
Onder de punten vindt men er een groot aantal, die op meer dan
2000 M. boven het zeeoppervlak zijn gelegen. De hoogte van een