19 zonder dat tevens de juiste grenzen waren opgegeven: geschillen daarover moest de verkrijger uitmaken met de eigenaren der naburige erven. Zóó is 't ook thans: de kadastrale naam stelt de identiteit, niet de grenzen van het perceel vast; dit wordt verkocht en geleverd zóó als 't steeds bezeten werd. Tot de beantwoording der gestelde vragen komende, legt spreker nadruk er op, dat de juiste aanwijzing der grenzen evenmin een vereischte is bij de overdracht van een gedeelte van een perceel als bij die vaneen geheel perceel. Worden bij de laatste de grenzen bepaald door den feitelijken toestand: zóóals de verkooper het bezat, bij de eerste beslist een andere feitelijke toestand: de uitbakening op 't terrein; en bij de administratieve behandeling, op deze overdracht volgende, wordt aan 't verkochte een af zonderlijke naam gegeven en verder gedaan wat voor de regeling der grondbelasting noodig is; doch de uitbakening op 't terrein verdwijnt spoedig, en wordt nu de kooper in 't bezit bevonden van een terrein welks grenzen een ander beloop hebben dan de kadastrale kaart aanwijst, en daartegen verzet gedaan, dan is er een moeilijk op te lossen geschil gerezen, een toestand geboren die vermeden had moeten worden: immers, in dit geval is de onzekerheid der grenzen veel grooter dan bij overdracht van een geheel perceel, waarvan de grens bepaald wordt door het feitelijk bezit, zooals dat gewoonlijk vanouds uitgeoefend, vaak door verjaring be vestigd is; want zoolang we geen rechtsgeldig kadaster hebben, kan een beroep op de kaart niet baten. De geldigheid van een hypotheek op een gedeelte, b.v. op het zuidelijk deel, van een kadastraal perceel »zooals dat op 't terrein is uitgebakend" kan moeilijk in twijfel worden getrokken. De wet vordert een voldoende aanwijzing van 't verbondene, niet een opgaaf van de juiste grenzen daarvan. Ware dit het geval, dan zou men niet kunnen volstaan met vermelding van de kadastrale kenmerken der geheele perceelen waarop men hypotheek vestigt. Intusschen wordt een omschrijving als boven bedoeld zelden aangetroffen, maar 't perceelsgedeelte meestal verbonden szooals 't door den schuldenaar bij die en die akte is aangekocht", en raadpleegt men dan de akte waar naar verwezen wordt, dan vindt men daarin soms een omschrijving die naar een uitbakening op 't terrein verwijst. Al is nu zulk een hypotheek rechtsgeldig, het zal na 't gezegde geen betoog behoeven, dat ze eer afkeuring dan aanbeveling verdient. De hypotheekhouder zal het verhypothekeerde tot verhaal van zijn vordering kunnen verkoopen onder den naam dien het kadaster aan het gedeelte heeft gegeven, maar hij die 't goed koopt, kan niet onvoor waardelijk op de kadastrale kaart vertrouwen bij de bepaling der grenzen van wat hij kocht. Voor den hypotheekbewaarder, van wien een staat van inschrijving of een certificaat van onbezwaardheid wordt gevraagd, ontstaat er geen

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1900 | | pagina 19