24 Een volkomen bevredigende oplossing van de moeilijkheid waartoe de verpanding van hypothecaire vorderingen aanleiding geeft is alleen te verwachten van wetswijziging. De zeer druk bezochte vergadering bracht den geachten spreker hartelijk hulde voor deze even aangename als leerrijke causerie. Van de gelegenheid tot debat werd allereerst gebruik gemaakt door den heer J. Boer Hz., van Utrecht. Het slot van zijn toespraak wordt op zijn verzoek hier onverkort weergegeven. Mynheer de Voorzitter! Zooals bekend, werd er sinds Vele jaren door de Vereeniging voor kadaster en landmeetkunde propaganda gemaakt voor de invoering van een kadaster met bewijskracht. Zij stelde haar orgaan ook open voor tegenstanders, doch sinds jaren scheen het, vooral nadat ook de Ned. Juristenvereeniging het beginsel had goedgekeurd, dat er op dit punt eenstemmigheid was verkregen. Niemand was er die het in het openhaar tegen een dergelijk kadaster opnam. Niemand? Ja toch éen, en wel het opperste hoofd van den kadastralen dienst, de Minister van Financiën, want het kadaster wordt nog steeds beheerd door de afdeeling registratie aan het Departement van Financiën. Is Z.Exc. zoo diep in dit onderwerp doorgedrongen, dat hij kan spreken uit eigen overtuiging? Geenszins. De Minister beroept zich telkens en telkens weer op anderen, op adviezen van «mannen van grijze ervaring." Om de argumenten dier mannen te leeren kennen moet een lange en langwijlige omweg worden gemaakt, stuk voor stuk moeten zij, als het ware, worden afgedwongen aan den Minister bij de wisseling der stukken en bij de beraadslagingen in de beide Kamers der S.-G. over hoofdstuk VII B der Staatsbegrooting. Dit heeft zoo jarenlang geduurd, geen dier mannen van grijze ervaring voelde zich geroepen zelf den strijd over de zaak in het openbaar aan te binden, zij streden alleen verscholen achter 's Ministers rug, zij lieten den Minister de kastanjes uit het vuur halen. Onlangs echter heeft de Minister in de Tweede Kamer verklapt, wie zijne adviseurs waren, n.l. de hypotheekbewaarders. Daar de Minister zelf ook herhaaldelijk heeft verklaard: de bezwaren zijn van praktischen, van technischen aard, weten wij dus thans wie als de specialiteiten op het gebied van de practijk der landmeetkunde, op het gebied der kadastrale techniek worden aangemerkt. Ik moet bekennen, dat 's Ministers mededeeling voor mij eene ware verrassing was.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1900 | | pagina 24