38
De uitvoering van een plan van uitbreiding kan zonder ont
eigening niet plaats vinden; de ontwerper der wet heeft getracht
de aan onteigening verbonden schadeloosstelling billijk te regelen.
Hij wil vergoeden de som, die de grond zou hebben opgebracht
bij verkoop, gehouden niet meer dan achttien maanden, en niet minder
dan zes maanden, vóór de indiening van het onteigeningsbesluit.
Wij brengen in herinnering dat het ontwerp in 1890 door Mr. van
Houten als kamerlid ingediend, het voorstel inhield de schade
vergoeding te bepalen op het veertigvoud van de belastbare opbrengst,
volgens de schatting voor de heffing der grondbelasting.
Tegen beide wijzen van vergoeding zijn gegronde bezwaren te
opperen.
Bij toepassing van de eerste wijze blijft speculatie, zoo niet erger,
mogelijk; de tweede wijze van vergoeding rust op een onzuiveren
bodem en verdient als zoodanig allerminst aanbeveling.
De schatting voor de grondbelasting is hoogstens een dragelijk,
administratief-fiscaal werkstuk en mag als zoodanig nimmer tot
grondslag dienen ter bepaling van het bedrag, waartegen men
iemand uit zijn eigendom zou kunnen ontzetten.
De beide voorgestelde wijzen van schadeloosstelling beoogen een
billijke, desnoods vrijgevige regeling van dit teere onderdeel der
quaestie in het leven te roepenin de praktijk zal echter zoowel
de een als de andere wijze niet doeltreffend blijken, omdat een
vaag begrip er aan ten grondslag ligt.
Het bedrag der schadeloosstelling moet aannemelijk zijn voor den
eigenaar, zonder van de gemeenschap onzinnige opofferingen te
eischen.
Waarom de bepaling van het uit te keeren bedrag dan niet als
een eenvoudige rekensom opgevat, waarbij uitgegaan wordt van
de gedachte, dat uit de huurprijs der toekomstige opstallen de
waarde van het bouwterrein moet worden afgeleid, in tegenstelling
van den toestand van het heden waarbij uit den buitensporigen
grondprijs een buitensporige huurprijs voortvloeit.
Aan de berekening van de waarde van het bouwterrein is boven
dien het voordeel verbonden dat men met het uitbreidingsplan reeds
op het oogenblik zijner conceptie voor den dag kan komen.
Vergoed moet worden
a. de waarde van het te onteigenen grondstuk naar zijn aard, de
landhuishoudkundige waarde