4 evenwicht hetzelfde is als dat, 't welk wordt gevonden door ver effening naar de methode der kleinste vierkanten. De uitwerking van dit denkbeeld in het Zeitschr. f. Verm. laat aan duidelijkheid te wenschen over, enkele fouten maken het bijna onverstaanbaar. Door de toelichting ons welwillend verstrekt door den heer M. de Vos te Leeuwarden werd dit bezwaar opgeheven. Aan Dr. J. D. van der Plaats te Utrecht danken we de ont wikkeling der formules, die betrekking hebben op de doorbuiging eener elastische staaf. Hierdoor zijn we in staat gesteld eene ontwikkeling te geven van het denkbeeld, die, naar we hopen, voor onze lezers geene moeilijkheden zal opleveren. Noemen we de verschillen tusschen de gemeten en de vereffende richtingen vi v2 v3de afstanden tot de omringende punten si sa S3de loodrechte afstanden (afbuigingen) van het gezochte punt tot de visierstralen hi h2 h3 De methode der kleinste vierkanten vordert (verg. Tijdschr. I bl. 121): vi vi v2 v2 V3 vs [v v] minimum. Nu is sin. v of, daar v zeer klein is en men dus de sin. s h gelijk mag stellen aan den boog: v dus kt hjpjta h3 [v v] minimum. 11 enz. zijn de gewichten aan de loodlijnen toe te kennen die gewichten zijn alzoo omgekeerd evenredig met de vierkanten der afstanden. Stel gi, g2 enz. dan wordt gi hi hi g2 h2 h2 s? s2 ga h3 h3 [g h h] minimum. Aan dezen eisch is voldaan als de projecties der loodlijnen op eene willekeurige lijn, vermenigvuldigd met hare gewichten, eveneens een minimum vormen, wat het geval is, indien hare algebraische sommen gelijk nul zijn. Noemt men de projecties op de coordinatenassen voor hi: Ji en xi, voor h2: y2 en x2 enz. dan moet alzoo gi yi yi g2 y2 ya 4- g3 y3 y3 [g y y] minimum eveneens [g x x] minimum „2 T j T s L J bl S2 b3 Si sl 1 1

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1900 | | pagina 4