56
Deze laatste worden dan door een steen in den grond blijvend aan
gewezen.
Wanneer een kerktoren of ander gebouw als waarnemingsstation wordt
aangenomen is ftfet meestal niet mogelijk de waarnemingen uit te voeren
in het driehoekspunt zelf d. w. z. in het centrum van het station.
Er zijn dan vrij omvangrijke metingen en becijferingen noodig om de
excentrisch uitgevoerde waarnemingen te herleiden tot het centrum.
Om den daaraan verbonden last zooveel mogelijk te ontgaan wordt het
aantal punten, waar hoekmetingen uitgevoerd worden, beperkt tot het
noodige.
De ligging der overige punten wordt dan bepaald door hoekmeting uit
ten minste drie omliggende punten.
Bij de secundaire driehoeksmeting ontstaan op die wijze punten van
tweeërlei rang; de eerste rang wordt daarbij ingenomen door de punten,
waarvan de bepaling geschiedt door hoekmetingen van en naar die punten
en naar de punten van het primaire driehoeksnet; de tweede rang door
de overige punten,
Omtrent de hoofd- en tusschenpunten van het primaire driehoeksnet
zij opgemerkt dat deze ten aanzien van de secundaire metingen als gelijk
waardig worden behandeld.
Als regel geldt dat alle secundaire metingen worden uitgevoerd met de
theodolieten, waarvan de verdeelde cirkelrand een middellijn heeft van 21 c.M.
Wanneer de beschikbare ruimte niet toelaat met deze instrumenten te
meten, wordt gebruik gemaakt van die met randen van 14 c.M. middellijn.
In het laatste geval wordt het normale aantal waarnemingen met 50 pet.
verhoogd.
De beide soorten van theodolieten zijn in vorige jaarverslagen her
haaldelijk vermeld.
De richting naar ieder punt wordt zooveel mogelijk verbonden aan twee
richtingen naar punten van hoogeren rang en het aantal waarnemingen
wordt daarbij gelijkelijk over de beide verbindingen verdeeld.
De waarnemingen worden uitgevoerd volgens de methode der richtings
bepalingen d. w. z. achtereenvolgende instellingen op eene reeks van
omliggende punten. Daarbij worden met inbegrip van de aansluitings
richting - telkens niet meer dan zes richtingen in eene reeks opgenomen.
Richtingen tusschen twee secundaire punten van den lsten rang of
tusschen zulk een secundair punt en een primair punt, worden 12 maal
bepaaldde overige richtingen slechts 8 maal.
De definitieve ligging der secundaire punten kan nog niet berekend
worden, wijl daarvoor de gegevens uit het primaire net nog ontbreken.
Ten einde echter eene beoordeeling te verkrijgen van de te verwachten
resultaten is het volgende gedaan.
Een gedeelte van het hoofdnet werd volgens eene benaderingsmethode