57
sluitend gemaakt en wel de veelhoek Amersfoort, Imbosch, Flierenberg,
Venray, Beek, Oirschot, Zalt-Bommel, Utrecht, Amersfoort.
Van de hoekpunten van dien veelhoek benevens van de binnen dezen
gelegen hoofdpunten Bhenen en Oss werden rechthoekige coördinaten in
een plat vlak berekend. Vervolgens werd overgegaan tot vereffening van
de in dit terrein gelegen tusschenpunten Nijmegen, Eist, Tiel en 's Her
togenbosch. De daarbij gevonden middelbare waarden van de fouten in
de coördinaten voor deze punten zijn:
Mee.
Nijmegen 0,03 M.
Eist0,02
Tiel0,09
's Hertogenbosch 0,01 t
M ij.
0,03 M.
0,04
0,09
0,01
Hierna werden de in den zomer van het jaar 1898 bepaalde secundaire
punten van den lsten rang Puiflijk, Herveld en Deursen gezamenlijk ver
effend met het resultaat dat als middelbare waarden van de fouten in de
coördinaten werden gevonden:
Ma:.
Puiflijk. 0,04 M.
Herveld 0,05
Deursen 0,06
Mi;.
0,04 M.
0,03
0,04
Hieruit mag besloten worden, dat de nauwkeurigheid, bereikt bij de
gevolgde wijze van meten, voor deze punten voldoende is.
Voor eenige secundaire punten van den 2den rang is een dergelijk
onderzoek in bewerking.
Van de reeds uitgevoerde hoekmetingen werd in de beide afgeloopen
jaren een nuttig gebruik gemaakt door eene commissie bij het wapen
der artillerie, welke belast is met speciale opmetingen in een gedeelte
van ons land.
Volgens bericht van deze commissie werd haar arbeid aanmerkelijk
verlicht en bespoedigd door de gegevens, die zij van ons kon ontvangen
en werden de kosten voor dien arbeid voor het Rijk daardoor aanzienlijk
minder dan anders het geval zou geweest zijn.
Sterrenkundige waarnemingen. De breedte- en azimuthbepalingen, waar
van in de drie vorige jaarverslagen sprake was, zijn in dit jaar voltooid
geworden. Te Groningen, waar reeds in 1898 de breedte bepaald was,
werd nu in September door den ingenieur Posthumus Meijjes het
azimuth van Tolbert bepaald, en hiermede waren afgeloopen de in het
programma der werkzaamheden opgenomen sterrenkundige waarnemingen
op de stations.
De tijd vóór en na de bovengenoemde azimuthbepaling werd gewijd
aan het berekenen van vorige waarnemingen. Om hiermede meer voort
gang te maken, werd op voorstel van den ingenieur Posthumus Meijjes,