6
De doorbuigingen geschieden zoodanig dat de gezamenlijke arbeid,
1
dus 2 I/' h h] zoo klein mogelijk is, anders zou bij verplaatsing van
de naald arbeid gewonnen worden en alzoo deze verplaatsing van
zelf geschieden.
Uit [c h h] minimum volgt
tc y y] minimum en [c x x] minimum dus weder:
[c y] o [c x].
Vergelijkt men deze formules met die welke de toepassing der
methode kl. vierk. eischt nl.
[g y] o [g x]
dan ziet men dat gelijke uitkomsten voor de ligging van het punt
verkregen worden indien
gi Ci g2 C2 g3 C3 enz. of, de oorspronkelijke
waarden substitueerende
11 11 11
dus 1 V s2
Is de visierstraal niet georiënteerd als buitenrichting doch is de
oriënteering afgeleid uit het gemiddelde der georiënteerde buiten
en binnenrichtingen (zie Tijdschr. I bl. 201 en 202) dan heeft zij
het dubbele gewicht en men krijgt dus:
of 1 \v (,s).
Voor de mechanische vereffening van een punt, bepaald door
visierstralen, moet men dus, om gelijke uitkomsten te verkrijgen als
bij vereffening volgens de meth. der kl. v., voor elke afstand s der
omringende punten, kennen de lengte van het staafje
1 s2 of v (2s)2
Hiertoe hebben wij berekend en hierbij gevoegd eene lijst dier
lengten voor een aantal afstanden zoo, dat de tusschen gelegene door
interpolatie kunnen gevonden worden.
Aangezien het geen invloed heeft op het resultaat of men de
lengten der elastische staafjes alle evenredig vergroot of verkleint,
zijn bovengenoemde waarden verhoudingsgetallen.
V 13 2~ 13 2 13
Sl ll S2 li S3 I3
In de theoretische mechanica zijn deze stellingen gevolgen van het principe
der .virtueele snelheden." v. d. P.