81 „gevoerde debat. Ik ontleen echter geen voorstel aan deze mijne „meening." de heer Naber: „Zoo gij het vergunt, M. d. V., zal ik het voorstel van den heer „de Pinto overnemen, zij het op andere gronden, als door hem „ontwikkeld zijn. „Het komt mij voor dat de beslissingen van deze vereeniging „daarom waarde hebben, omdat daaraan steeds grondig onderzoek „en debat vooraf gaan. „Daar echter het vraagstuk in quaestie min of meer aan onze „debatten vreemd gebleven is, stel ik voor het aan te houden. Het „komt mij voor nog niet rijp te zijn voor eene beslissing;" de heer de Pinto: „Ik ondersteun natuurlijk het voorstel van professor Naber. „Over de rechtsgeldigheid van het kadaster is weinig of niet ge sproken, omdat zij ligt buiten het eigenlijk onderwerp van het „debat. In elk geval is de vraag te belangrijk om haar thans in „transito te beslissen." De motie van den heer Naber werd verworpen, maar het aangehaalde zal voldoende zijn om te doen zien, dat het gevoerd debat, voor het onderwerp dat ons bezig houdt, weinig waarde heeft. Het is daarom verkieselijk de aandacht te vestigen op de prae- adviezen van Mr. P. R. Feith, I. Boer Hz, en A. Moll, opge nomen in de Handelingen van de Nederlandsche Juristen-Vereeniging, Jaar 1893, deel I pag. 88 en v. Mr. Feith zegt aangaande het kadaster het volgende: „Ingevoerd met het oog op de grondbelasting is het geheel „ongeschikt om als eigendomskadaster dienst te doen; zelfs moet „de meerdere zorg, in de laatste jaren aan de verbetering er van „besteed, voor een deel als weggeworpen geld worden beschouwd, „omdat op den bestaanden gebrekkigen grondslag nooit een goed „resultaat te verkrijgen is. „Toch zou een waar eigendomskadaster met betrouwbare kaarten „en enkele vaste grensteekens op het terrein de zekerheid van den „grondeigendom op krachtige wijze bevorderen „Ik maak dus geen bezwaar om eene geheele vernieuwing van „ons kadaster aan te bevelen, maar moet mij omtrent de wijze,

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1900 | | pagina 85