87 „kunnen, afziet". (J. Pietzsch, Studiën über katasterfragen, Straats burg 1878, pag. 79 en v.) Eene kaart welke voor sommige perceelen en het zullen ver moedelijk niet weinig perceelen zijn (vergel. pag. 73 hiervoor) als grens aanwijst eene lijn, waaromtrent niets anders vaststaat dan dat partijen het er niet over eens zijn of het wel de eigen- domsgrens is, schijnt geene aanbeveling te verdienen. Voor de eigendommen van openbare besturen wil de heer Boer eene uitzondering maken, door daarvoor de grensregeling verplich tend te stellen, daardoor zullen, zegt hij, „in 't algemeen alle wegen, vaarten, dijken, kaden, weteringen, enz. gedelimiteerd worden". Hoe de vele geschillen, welke zich daarbij zullen voordoen, moeten worden beslist wordt niet aangewezen. Uit aan het buitenland ontleende cijfers kan niet goed worden berekend hoeveel de kosten van een nieuw kadaster voor ons land zouden bedragen. De toestanden en omstandigheden hier en elders verschillen te veel van elkaar. Omtrent de kosten van de vernieuwing van het kadaster in Elsass-Lothringen kan worden medegedeeld dat deze voor drie gemeenten, waarin het werk in de ééne onder gunstige, in de andere onder gewone en in de derde onder moeilijke omstandigheden moest worden verricht, werden geraamd op ƒ12,75 per hectare. Naar dien maatstaf berekend, zouden de kosten voor ons land bijna 42 millioen gulden bedragen. Eene eenigszins betrouwbare bere kening der kosten voor ons land schijnt echter niet mogelijk te zijn. Terwijl in Frankrijk en in Elsass-Lothringen het eigendoms kadaster met bewijskracht slechts is aangenomen voor sommige gemeenten, welke een belangrijk deel zullen dragen van de kosten, waarvoor in Frankrijk ook het departement zal bijdragen, wil de heer Boer zulk een nieuw kadaster bij ons invoeren in het geheele Rijk en zonder dat er sprake is van een dragen van kosten door gemeente of provincie. Het invoeren van verschillende rechts toestanden in de onderscheiden gemeenten van het Rijk heeft zeker niets bekoorlijks en men zal bij ons bezwaarlijk van de gemeenten en provinciën belangrijke bijdragen kunnen vergen voor de ver betering van het kadaster. De Staatscommissie van 1867 zegt dat het invoeren van een afzonderlijk eigendomskadaster „door de hooge kosten, daaraan

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1900 | | pagina 91