9 en eenige spelden. Hiermee gewapend pasten wij de mechanische vereffening toe op hetzelfde voorbeeld als in Tijdschr. I bl. 189 in tr- form. 12 met bijgevoegd graphisch formulier is uitgewerkt. De hier bijgevoegde plaat geeft daarvan eene trouwe reproductie. De stippellijnen stellen voor de visierstralen, de zware volle lijnen de breinaalden, de punten 1 en 1, 2 en 2 enz. de spelden, verticaal in het vlak van teekening gestoken en welker afstanden gelijk zijn aan 2 li, 2 12 enz. Voor de waarden van 1 werd in dit geval als eenheidsmaat :1U millimeter aangenomen. Zooals men kan zien bij vergelijking van de bijgevoegde plaat met die in jaarg. I is de uitkomst, dat het aldus gevonden punt volkomen overeenstemt met dat, gevonden bij de constructie naar de methode Bertot. Men kan bij toepassing van deze methode ook de middelbare fout in de loodrechte afstanden tot de vizierstralen (h) en, tot proef, de correctie v zoowel uit de s en h (trig. form. 12 afd. V kol. 10 a 13, Tijdschrift I, bl. 191) als uit de georiënteerde richtingen en de uit de definitieve coördinaten afgeleide 'neigingen (afd. VI) berekenen. De mechanische vereffening kan dus treden in de plaats van de berekeningen in de afd. IV, IVa, en V kol. 1 a 6 van trig. form. 12 en van de constructie volgens Bertot. In het Zeitschrift für Vermessungswesen 1899 bl. 655 tracht Fischer in een vervolg op zijne beschouwingen de mechanische vereffening ook toe te passen op het problema van Snellius. Hij bevestigt daartoe de elastische staafjes op een schijf en buigt deze op afstanden 1 uit het middelpunt der schijf zijwaarts af. De afbuiging wordt evenredig genomen aan de analytische of boogmaat der aan te brengen correcties. De schijf ondergaat daardoor tegelijker tijd eene draaiing en eene verplaatsing. Dit komt overeen met den aard der strenge vereffening waarbij men met tweeerlei soort van correcties heeft rekening te houden en die door de reductie der fout- en der normaalvergelijkingen tot hun recht komen (Tijdschrift II, bl. 143 a 148). Vooreerst moet nl. eene zoodanige wijziging in de coördinaten worden aangebracht dat [v v] minimum. Tegelijkertijd heeft eene draaiing ter definitieve oriënteering der richtingen plaats zoodat [v] 0. Om aan den eersten eisch te voldoen moet 1 s2. Om echter aan den tweeden eisch te voldoen, waarbij de voor

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1900 | | pagina 9