108 op alle ambtenaren aan de departementen van algemeen bestuur, evenals op verschillende categorieën van ambtenaren ressorteerende onder de departementen van Binnenlandsche Zaken en van Water staat, Handel en Nijverheid. Naast laatstgenoemd Kon. Besl. waarin een voor de ambtenaren milde geest spreekt, staat evenwel de resolutie van den Minister van Financien van 20 Januari 1848 n°. 58 Registratie, waarbij wordt bepaald, dat de Ingenieurs-Verificateur en de Landmeters van het Kadaster, benevens de Controleurs der Directe Belastingen en van het Kadaster, die hunne bezoldiging per kwartaal ontvangen voortaan maandelijks en door dë ontvangers zullen worden betaald, en wel om gelijkvormigheid te brengen in de wijze van uitbetaling der traktementen van ambtenaren ressorteerende onder het Bestuur der Directe en Indirecte Belastingen. Uit een en ander volgt dat het criterium voor de toepassing van het Kon. Besl. van 1816 moet zijn gelegen in de bepaling dat de vaste traktementen of jaarwedden zullen worden voldaan op partieele of collectieve ordonnantiën en verband houdt met een maatregel van comptabiliteit, waarbij de belangen der ambtenaren niet direct zijn betrokken, maar waarvan hunne nagelaten betrekkingen in geval van overlijden de nadeelige gevolgen kunnen ondervinden. In geval van het overlijden van een rijks-ambtenaar, voor wien de bepalingen van het Kon. Besl. van 1816 gelden, kan het toch voorkomen, dat zijne weduwe in het gunstigste geval nog gedurende circa drie maanden geniet de bezoldiging van haren man, terwijl de weduwe van den rijksambtenaar wiens bezoldiging niet wordt genoten overeenkomstig dat Besluit, hoogstens gedurende eene maand nog dezelfde inkomsten uit traktement geniet, om, wanneer het sterfgeval aan het einde der maand plaats heeft, op het meest ongeschikte oogenblik hare inkomsten plotseling terug gebracht te zien dikwijls tot het bedrag, hetwelk haar als weduwenpensioen wordt toegekend. Eene uniforme behandeling van alle ambtenaren, althans voor zooverre zij vast traktement genieten, overeenkomstig het Kon. Besl. van 1816, in dier voege dat hun de keuze wordt gelaten om per maand of per kwartaal te worden uitbetaald, maar hunne erfgenamen of rechtverkrijgenden aanspraak hebben op de nog niet genoten bezoldiging over het loopende kwartaal, zoude niet alleen bestaande ongelijkheden opheffen maar voor de ambtenaren van

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1901 | | pagina 110