AFRONDING VAN EIGENDOMMEN. 53e Nederlandsch Landhuishoudkundig Congres (1). In bevestigenden zin beantwoordt de heer J. B. West er dijk (Uithuizermeeden) de vraag: „Is het wenschelijk dat maatregelen worden genomen tot het verkrijgen van beter afgeronde eigen dommen?" Als redenen hiervoor gelden: Voor het verkrijgen van de hoogste netto-opbrengsten is eene doelmatige ligging der tot eene en dezelfde hoeve behoorende landerijen van het grootste gewicht. Bij eene verspreide ligging, met ondoelmatigen vorm der perceelen, ontmoet men verschillende nadeelen: le. de omwisseling van beweiding en bebouwing wordt bemoeiijkt, zoo niet onmogelijk gemaakt 2e. menschelijke en dierlijke arbeid wordt verkwist met heen-en-weer- loopen naar en van den akker; 38. het toezicht kost meer tijd en is minder goed; 4e. een te groot deel van den grond gaat verloren met wegen, wagen reden en afscheidingen 5e. de bewerking met de ploeg, egge, zaaimachine etc. wordt bemoei lijkt, te veel tijd gaat verloren met wenden of het ophalen van geeren; er wordt meer vertrapt 68. de bestrijding van onkruid en ongedierte wordt bemoeilijkt; /e. verbeteringen als drainage, bevloeiing, drooglegging enz. worden bemoeilijkt zoo niet onmogelijk gemaakt. Deze verspreide ligging van de tot een en dezelfde hoeve behoorende perceelen, met bovendien vaak ondoelmatige afmetingen, komt veel voor, ten onzent zoowel als in het buitenland. In sommige landen van West-Europa is men van Staatswege tegen dit euvel energiek opgetreden; het krachtigst in Duitschland. In ongeveer Zie Alg. Handelsblad van 21 Juni 1901. Ochtendblad.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1901 | | pagina 115