121
de secundaire driehoeksmeting en
de sterrekundige waarnemingen.
Driehoeksmeting. Personeel. Het personeel voor de driehoeksmeting
onderging in 1900 verandering, doordat aan den ingenieur M. R. Idema
Greidanus, op zijn verzoek, eervol ontslag werd verleend met ingang
van 1 September. In zijn plaats werd, met ingang van 15 September,
benoemd de civiel-ingenieur J. B. de Hulster.
Met ingang van 1 Januari 1901 werd het personeel uitgebreid door de
benoeming tot landmeter der Commissie van den heer F. C. Zillesen,
geëxamineerd en beëedigd landmeter.
Gedurende de maanden Juli en Augustus werd het personeel tijdelijk
versterkt door de heeren C. G. Cramer en P. A. Roelofsen, studenten
aan de Polytechnische School te Delft.
Primaire driehoeksmeting. De metingen 1ste orde werden in 1900
uitgevoerd door twee ploegen, de eerste samengesteld uit den ingenieur
Wildeboer als chef en den ingenieur Idema Greidanus, de tweede
uit den ingenieur Modderman als chef en den ingenieur Canters.
Beide ploegen begonnen den lsten Mei de terreinwerkzaamheden.
De eerste ploeg vertrok allereerst naar Friesland, met de opdracht om
na te gaan of het mogelijk was den toren van Wijkei als driehoekspunt
te nemen in plaats van dien te St. Nicolaasga.
Het is namelijk aan de Commissie niet mogen gelukken om van het
Roomsch-Katholiek Parochiaal Kerkbestuur te St. Nicolaasga op eenigszins
aannemelijke voorwaarden de toestemming te verkrijgen tot het aanbren
gen en gebruiken van de voor de driehoeksmeting noodige inrichtingen
op den kerktoren aldaar.
Zij zag zich daardoor verplicht wijziging te brengen in het project voor
het driehoeksnet, waarin St. Nicolaasga niet was opgenomen, zonder dat
op grond van voorloopige onderhandelingen mocht worden aangenomen,
dat men daar bij de uitvoering van het werk geen overwegende bezwaren
zou ontmoeten.
Hoewel de toren van Wijkei, zoowel door zijne ligging als door zijn
vorm, minder geschikt is voor hoofddriehoekspunt dan die te St. Nicolaasga,
kan die toch, zooals bleek, wel voor dit doel dienen. Nadat de toe
stemming van het gemeentebestuur daartoe was verkregen, werd zoo
spoedig mogelijk overgegaan tot inrichting van den toren te Wijkei als
driehoekspunt.
Toen deze zaak geregeld was, vertrok de eerste ploeg naar Zeeland,
ten einde daar enkele centreeringsmetingen uit te voeren.
In 1898 werd de spits van den toren te Hulst, welke eene vrij sterke