130
Spreker stelde, zonder bier in polemiek te willen treden met den
eersten spreker, voorop:
1°. het ambtenaarscontract is van publieken rechte;
2°. de staat, de provincie, de gemeente, die de ambtenaar dient, is
rechtspersoon.
Het ambtenaarscontract wordt steeds gesloten met den meerdere van
den ambtenaar.
Bij andere transacties staan tegenover elkaar personen, die civielrechtelijk
elkanders gelijken zijnbij het aangaan van een ambtenaarscontract is
dit nooit het geval.
T>e rechtspersoon, met wie de ambtenaar contracteert, stelt aan; zij
moet de benoeming intrekken krachtens wilsbesluit wanneer de
benoemde het ambt niet wenscht te aanvaarden; den ambtenaar kan
ontslag worden geweigerd; de ambtenaar moet in zijn ambt blijven tot
zijn opvolger benoemd is.
Een rechtspersoon is geen fictie (leugen), doch een abstractie. Een
verwerkelijking van het begrip vinden wij belichaamd in den ambtenaar.
Een rechtspersoon heeft om te handelen noodig physieke personen,
ambtenaren.
En nu vertegenwoordigt de ambtenaar binnen zijn sfeer de rechts
persoon, door wie hij is aangesteld. Hieruit zeide spr. volgen vijf
beginselen
1°. levenslange aanstelling, m. a. w, geen ontslag van den ambtenaar
zonder wettige redenen;
2°. de bezoldiging van den ambtenaar is onderhoudsplicht van de
rechtspersoon die hem aanstelde;
3°. onschendbaarheid van het ambt, dat beveiligd moet zijn tegen elke
aanranding;
4°. het tuchtrecht moet zijn onderhevig aan beroep van de zijde van
dengeen tegen wien het wordt uitgeoefend;
5°. het ongeschonden bezit van de grondwettelijke rechten.
Nagaande de verschillende punten, zeide spr. o.a. dat het sub 2 ge
noemde ten onzent wordt geschonden in twee opzichten.
a. De betaling van den ambtenaar behoort te geschieden maandelijks
en bij vooruitbetaling, niet na verloop van 3 maanden. De rente van de
drie maanden salaris komen toe aan den ambtenaar en niet aan den Staat.
b. De ambtenaar behoort niet zijn pensioen te koopen; het koopen
van het pensioen aarzelt spr. niet te noemen onrechtmatige verrijking van
den rechtspersoon.
Er bestaat recht op pensioen waar de arbeidskracht van den ambtenaar
is verbruikt in en door den dienst. Door het koopen van dat lecht woidt
te kort gedaan aan den onderhoudsplicht, die op den Staat rust.