BERICHTEN. Bij K. B. van 17 Juli 1901 No. 39 is aan J. P. L. Soutendijk, op zijn verzoek, met ingang van 1 September d. a. v. eervol ontslag verleend als ingenieur-verificateur van het kadaster te Arnhem, met dankbetuiging voor de aan den lande bewezen diensten. Verplaatsingen van landmeters van het kadaster. Met 1 September 1901: M. A. H. de Jongh van Leeuwarden naar Utrecht en A. N. Hamelberg van Utrecht naar Leeuwarden. Verplaatsingen van adspirant-landmeters van het kadaster. De navolgende adspirant-landmeters zijn met 1 September e. k. verplaatst H. F. van Riel (Arnhem), C. A. Feteris (Utrecht) en J. Zijlstra (Leeuwarden) naar 's Gravenhage G. W. van Dijk (Groningen) naar Rotterdam; M. A. Hollestelle (Goes) naar Leiden; E. T. Roelofs (Winschoten) en P. J. Hamelberg (Zutfen) naar Dordrecht; G. E. Kater (Rotterdam) naar Arnhem; K. P. Westhoeve (Rotterdam) naar Utrecht; P. D. T. Teebaal ('s Gravenhage) naar Zutfen; W. Feenstra ('s Gravenhage) naar Assen. Aanstelling van adspirant-landmeters. Met ingang van 1 Juli 1901 zijn benoemd tot adspirant-landmeter van het kadaster en tegelijkertijd aan het achter hun naam vermelde kantoor van de hypotheken en het kadaster werkzaam gesteld: M. de Yroome (Haarlem), W. Feenstra ('s Gravenhage), L. Bakker (Amersfoort), H. J. Boddé (Leeuwarden), S. de Grebber (Amsterdam), H. J. H. Hornix (Roermond), H. H. Kreeftenberg (Zutfen), H. Iwema (Breda), H. J. Klompe (Nijmegen) en J. G. Cornelissen (Hoorn).

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1901 | | pagina 136