13 „gedeelte van het vroegere plan, te willen doen aanbrengen door „ambtenaren die, hoe ontwikkeld overigens ook, volkomen leek zijn „op kadastraal gebied. „En hoe zal men in bet tweede geval handelen, wanneer het laat zich aanzien dat dit verreweg in de meerderheid zal zijn, de „landverlegging eene geheele vernieuwing van alle daarbij betrokken „kadastrale kaarten gebiedend eischt. „De landbouwingenieur zal ook hier onmachtig wezen. „Het bezwaar weegt niet zal men zeggen, de landbouwingenieur „voert het werk uit, maakt de nieuwe kaaiden en de landmeter „brengt den nieuwen toestand over bij het kadaster. „Dat komt neer op, indien bet mogelijk zou blijken, een dubbel „verrichten, maar door verschillende ambtenaren, van hetzelfde „werk, dus op verspilling van belastingpenningen. „Het is overbekend dat een analoge toestand bestaat met be trekking tot het opmaken van alle denkbare soorten van onteige- „ningskaarten voor spoorwegen, kanalen enz. „Onze staatsinstellingen zijn in dit opzicht meer dan gebrekkig. „Het invoeren van nieuwe regelingen, op dien beslist af te keuren „grondslag, zal wel niemand durven aanbevelen. „De consolidatie eischt reeds bij hare voorbereiding zoo uitgebreide „kennis, en niet het minst praktijk van onzen hypothecairen en „kadastralen dienst, dat men vrij zeker kan voorspellen, dat reeds „na korten tijd op de voorgenomen organisatie zou moeten worden „teruggekomen. „Tegen een voortgezette ontwikkeling van den landmeter van het „kadaster tot landbouwingenieur, Kuituurtechnicus, zullen „weinig bezwaren bestaan, aan het omgekeerde valt echter niet te „denken. „Tegenover de betrokkenen, de landbouwers, verdient vermelding „In Preussen gehen die meisten Kulturtechniker aus dem Stande „der Staatlich geprüften und vereidigten Feld- und zukünftigen „Landmesser hervor; ihre geodatische Thatigheit hat daher öffentlichen Glauben; und da es sich bei allen kulturteehnischen Ausführungen stets um das Grundeigenthum, die richtige Feststellung der Grenzen „etc. handelt, diese aber durch keinen Bau-ingenieur vertreten „werden kann, welcher als Feldmesser nicht geprüft und vereidigt „ist, so sind beide Berufsarten unbedingt auf gemeinschaftliche „Arbeit angewiesen und das günstigste Verhaltniss, wie auch im

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1901 | | pagina 13