140 wij met zekerheid, dat in 1613 in de nabijheid van Apeldoorn te Uchelen een papiermolen werd opgericht door den boek- verkooper J. Jansen uit Arnhem, in gemeenschap met den uit Frankrijk verdreven hugenoot M. Orges, die van beroep papier maker was. Met de stichting van dien papiermolen vestigde zich in ons land eene industrie, die gedurende bijna twee eeuwen op de wereldmarkt het record van volmaaktheid hield, tot wij, als gevolg van ons gering aanpassingsvermogen, onzer traagheid, door den vreemdeling werden overvleugeld; over water en wind wisten wij te heersclien, tegenover den stoom legden wij het af; een toestand waarin, wij haasten ons dat op te merken, langzamerhand verbetering is gekomen. De papiernijverheid berust enkel op mechanische bewerkingen; scheikundige omzettingen behooren tot de uitzonderingen en komen dan nog alleen bij de voorbereidende werkzaamheden voor. Onder deze voorbereidende werkzaamheden verdient vooral het bleeken ten einde schitterend wit papier te krijgen der fijn gemalen massa onze aandacht; dit geschiedt met chloor, blijft dit in vrijen toestand in het papier achter, dan wordt het na luttel tijd zoo broos, dat het breekt wanneer men het stevig aanvat, ook al is de grondstof die voor de vervaardiging werd gebezigd van de allerbeste hoedanigheid geweest. Zoowel plantenvezels als dierlijke vezels kunnen tot papier worden verwerkt; papier van uitmuntende hoedanigheid is echter slechts van bepaalde vezelachtige zelfstandigheden uit het plantenrijk te verkrijgen. Uitstekend papier bezit een vastheid van samenstelling die zeer nabij komt aan de vastheid van samenstelling der plant, wier vezels werden verwerkt, en naarmate de vezels der grondstof, die reeds in anderen vorm op andere wijze dienst deed, fijner worden ver deeld, neemt in verhouding ook de samenhang van het nieuwe lichaam toede verdeeling langs mechanischen weg reeds verkregen wordt daarom in enkele gevallen nog door een rottingsproces tot grooter volkomenheid gebracht. Het vermogen om vloeistoffen op te slorpen, aan de eene papier soort in hooger mate dan aan de andere eigen, spruit voort uit de aanwezigheid van tusschenruimten die immer overblijven, hoe

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1901 | | pagina 140