157 III. papier van willekeurige stofsamenstelling, doch zonder houtslijp, met niet meer dan 15°/o asch; IV. papier van willekeurige samenstelling en willekeurig asch- gehalte. Zonder uitzondering wordt van alle papiersoorten verlangd, dat zij lijmvast zijn. Deze klassen kregen bij de fabricage in Nederland reeds vrijwel het burgerrechtde Koninklijke Nederlandsche papierfabriek te Maastricht, nam hen onder de letters: A, B, C, D, aan. Op het onderscheid tusschen houtslijp en houtcellulose werd reeds gewezen. De eerste grondstof, een zeer goedkoop product, wordt veelvuldig gebruikt voor de vervaardiging van het papier onzer dagbladen. Het langs chemischen weg vaststellen van de aanwezigheid van houtslijp, berust op de eigenschap dier stof, om onder den invloed van verschillende reagentiën, verschillend te verkleuren. Een mengsel van drie deelen krachtig salpeterzuur en een deel geconcentreerd zwavelzuur, kleurt papier dat houtslijp bevat, van geelbruin tot roodbruin roestkleurig. Ofschoon men in de meeste gevallen met deze proefneming zal kunnen volstaan, is zij toch niet geheel betrouwbaar, wijl ook andere stoffen door salpeterzuur van kleur veranderen. Een deel zwavelzure aniline op tien deelen water kleurt houtslijp- houdend papier goudgeel. Een mengsel van 2 gr. phloroglucin, 25 c.c.m. alcohol en 5 c.c.m. geconcentreerd zoutzuur, deelt aan papier dat niet vrij is van houtslijp een rose tot roode kleur mede. De eerste vloeistof is, bewaard in flesch met glazen stop, stand vastig en kan van iederen apotheker worden betrokken, de beide anderen zijn zulks niet en dienen steeds versch te worden gebruikt. Voor het experiment brengt men slechts één droppel op het te onderzoeken monster, waarna men nauwlettend waarneemt, of en hoe het papier zich kleurt. Worden getinte papiersoorten aan de proefneming onderworpen, dan verdient het aanbeveling het onderzoek ook microscopisch te bewerkstelligen; dikwijls toch wordt voor het kleuren gebruik ge maakt van een kunstmatig bereide verfstof tot de groep der aniline kleurstoffen behoorencle het metanylgeel d. i. diphenylamii -

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1901 | | pagina 157