Examenvraagstukken. Gaarne voldoen wij aan het door den heer A. K. Nunnink tot ons gericht verzoek, om het kleine struikelblok weg te nemen, aan candidaten voor de betrekking van adspirant-landmeter voor de voeten gelegd door eene drukfout, voorkomende op blz. 112 van den loopenden jaargang. Vraagstuk 4- vraagt sub. 3 te bewijzen: cot a cot b 1, dit moet zijn: cot a cot b 1. Wij vermoeden dat onze geachte opmerker in zijn ontdekking niet alleen zal staan; voor cot a toch wordt de waarde 2,6180 en voor cot b de waarde 1,6180 gevonden. Dankbetuiging Ambtgenooten! Ondergeteekenden brengen U hunnen welgemeenden dank voor de belangstellende medewerking, die zij van Uwe zijde mochten ondervinden, bij hunne poging om aan de Commissie Ontginningde voor de voor bereiding der landverlegging allereerst noodige gegevens te verschaffen. Zonder op het oogenblik in bizonderheden te treden over de uitkomsten door de circulaire verkregen, wenschen zij mede te deelen, dat in dit opzicht hunne verwachting is overtroflen, dat kostbare bouwstoffen zijn bijeengebracht. In het bizonder geldt die dank de rapporteurs van de verschillende verslagen. Ondergeteekenden putten uit de uitkomsten het vertrouwen dat nadere inlichtingen indien deze gewenscht mochten blijken met bereid willigheid zullen verstrekt worden. Utrecht, t - j October 1901. Leiden, I. Boer, Hz. C. W. Hoffmann.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1901 | | pagina 173