Nieuwe Geodetische en Kultuurtechnische Literatuur.
W. Hornung. Dr. phil. TJrkundliche Sammlung gesetzlicher und
reglementarischer Bestimmungen für den Lcindmesser aus den
Jahren 1701 bis 1813. Gesammelt im Königlichen Geheimen
Staatsarchiv. Halle a. S, 1900. Kommissionsverlag von Eugen
Strien. Preis 1.50 Mark.
Op deze bijdrage tot de geschiedenis der landmeetkunde wordt de
aandacht gevestigd, wijl zij ongezocht gelegenheid schenkt om te
wijzen op eene leemte er zijn er trouwens meer in onze
Nederlandsche kadasterliteratuur.
Het boekje bevat een chronologisch overzicht van de maatschap
pelijke positie en van de vorming onzer Pruisische ambtgenooten,
tijdens de in den titel vermelde tijdruimte; uit de in het werkje
opgenomen voorschriften en reglementen blijkt duidelijk, dat de
landmeetkunde zoowel als de landmeter zich in de 18e eeuw in
Pruisen, onafgebroken in de belangstellende zorg der overheid
mocht verheugen.
Mocht eenig landgenoot roeping gevoelen onze literatuur met een
arbeid als Hornung zijnen landgenooten aanbood te verrijken, dan
zal deze ongetwijfeld een dankbaar onthaal vinden.
0. Koll. Prof. Die Theorie der Beobachtungsfehier und die Methode
der kleinsten Quadrate mit ihrer Anwendung auf die Geodasie
und die Wassermessungen. Mit 65 in den Text gedruckten
Figuren. Zweite Auflage. Berlin 1901. Verlag von Julius
Springer. Preis 10 Mark.
Tusschen de zeven jaar geleden verschenen eerste uitgave van
dit werk en den tweeden druk bestaat geen wezenlijk verschil, de
herdruk heeft in hoofdzaak in waarde gewonnen, door eene ver
meerdering der in het hoek voorkomende, aan de praktijk ontleende
voorheelden.