.,De opleiding tot Geodeet-Kuituurtechnicus aan de Rijks
landbouwschool te Wageningen."
Vergelijken wij de omstandigheden van het heden met die van
het tijdstip waarop het preadvies over onze opleiding, opgesteld
door de H.H. E. Barenbroek, H. P. de Haan en M. de Vos
verscheen, dan behoeven wij geen zienersgave te bezitten om te
kunnen voorspellen, dat de ophanden zijnde gewichtige maatschappe
lijke hervorming der landverlegging noodwendig moet ingrijpen in
de verhouding, waarin tot nog toe de ambtenaren van het kadaster
stonden tot het Staatsverband.
Deze overtuiging, die zich bij velen onzer onwrikbaar heeft ge
vestigd, is de aanleiding geweest tot het verschijnen oorspronkelijk
in het Tijdschrift der Nederlandsche Heide-maatschappij van het
artikel over de opleiding van den Geodeet-Kultuurtechnicm, welke
verhandeling aan u allen bekend is, wijl zij werd overgenomen in
den loopenden jaargang van ons Tijdschrift.
Eenige feiten, die niet van gelijke algemeene bekendheid zijn en die
vooraf gingen aan de omwerking van het preadvies van 1891, meen
ik in herinnering te moeten brengen, opdat het verkrijgen van een
juist begrip van liet standpunt dat door het vraagstuk onzer oplei
ding wordt ingenomen, zoowTel buiten als in onzen kring mogelijk zij.
Niemand uwer is er onkundig van, dat door het Bestuur onzer
Vereeniging in der tijd een Rapport werd ingezonden aan den heer
Directeur-Generaal, chef der eertijds onder het departement van
Binnenlandsche Zaken ressorteerende afdeeling Landbouw, betreffende
de „afronding der eigendommen" en dat in het verhand dier memorie
in onze Algemeene Vergadering van den 13en November 1899 werd
geschetst, hoe de landhuishoudkundige hoogeschool te Poppelsdorf
tot stand kwam.
De aan de geschiedenis dezer Duitsche hoogeschool ontleende
Voordracht, gehouden op de Algemeene Vergadering der Vereeniging voor
K. en L. den 14en Oct, 1901.