184 want van de richting waarvoor gij ijvert kan de gemeenschap wel het begin, maar niet het einde zien. Aan deze redeneering kleeft een leemte en tegelijkertijd is zij correct; wij vragen voor ons van de overheid niet meer dan en ongeveer hetzelfde als door haar wordt gedaan, voor de ingenieurs van den waterstaat, voor de leden der rechterlijke macht, voor de docenten bij het middelbaar onderwijs, de toekomstige ingenieur van den waterstaat bezoekt na afgelegd eind-examen der H. B. S. met vijf-jarigen cursus, de Polytechnische School te Delft, de toekomstige rechterlijke ambtenaar na het Gymnasium verlaten te hebben, de Universiteit.en de toekomstige lecraaf, al naar gelang zijner voorbereidende opleiding, een dier beide inrichtingen van onderwijsvoor den toekomstigen landmeter vragen wij de instelling van een opleiding als in Duitschland sinds eenige jaren reeds bestaat, aan 's Rijkslandbouwschool te Wageningen, waar van door hem gebruik zal kunnen worden gemaakt o. m. na met gunstigen uitslag het eind-examen eener H. B. S. met vijf-jarigen cursus te hebben afgelegd. Voor een geheel afdoend antwoord waarom wij aan Wage ningen boven Delft de voorkeur schenken, zou het noodig wezen de aard van den werkkring van den landmeter bij de „General- kommission, bij het staatsorgaan waaraan de uitvoering der land- verlegging is opgedragen, aan een grondige, tot in bizonderheden afdalende beschouwing te onderwerpen. In een bijeenkomst van landmeters mag zulks overbodig worden geacht, wijl zij in de allereerste plaats onder de deskundigen in ons land op het gebied der afronding van eigendommen behooren, en een betoog in bedoelden zin, weinig nieuwe gezichtspunten voor hen zou openen. Het hoofdbezwaar tegen het vestigen van een opleidingscursus voor den Geodeet-Kuituurtechnicus te Delft, bestaat ongetwijfeld, wij wezen er reeds op, in de omstandigheid dat de landmeetkunde aan een polytechnische instelling van onderwijs op weinig meer dan behandeling op den voet eener hulpwetenschap van toekomstige ingenieurs kan rekenen. Wij erkennen dat daaraan zou kunnen worden tegemoet gekomen; het gebouw voor de geodesie dat nieuw is, bevat ongetwijfeld vele voor het onderwijs noodige hulpmiddelen; liet valt echter te be-

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1901 | | pagina 186