186 zal worden bejegend en wat er bij inwilliging van die opleiding terecht zou komen, behoeft geen nader betoog. Het gewicht dezer opmerking kan ik niet beter staven, dan door U in kennis te stellen met het gecommentarieerd uittreksel uit het onlangs verschenen verslag van den staat der hooge, middelbare en lagere scholen, voorkomende in de Ingenieurvan 31 Augustus 1.1. no. 35. Omtrent de Polytechnische School in 1899—1900 wordt daarin gezegd: „Ook in dat verslag worden weer alom noodkreten aangeheven over gebrek aan ruimte. »Het bezoek van het college over scheikunde der metalen was zeer getrouw, doch de ruimte was te klein om aan allen, die deel wilden nemen, plaats te verleenen. Het grootste aantal toehoorders dat in de zaal binnendrong, was 70, terwijl de zaal 45 zitplaatsen bevat. Het ge middeld aantal was 49. Het aantal ingeschrevenen, dat in de termen viel het college te volgen, bedroeg 80. „Meer dichterlijk wordt dit uitgedrukt bij het vak der wiskunde. „In de tijdelijke collegezaal voor dit vak kwamen voor oog en oor geschikte plaatsen te kort, zoo dikwerf meer dan 125 hoorders opkwamen. „Nog een sprekend voorbeeld uit de vele. »In den meest erbarmelijken toestand verkeert nog steeds de afdeeling mijnbouwkunde, welke ingericht op een bezoek van 8 a 10 personen, thans /7 ingeschrevenen telt, welk aantal nog grooter zou zijn, indien niet hij de inschrijvingen op het nog onvoldoende dezer organisatie met nadruk was gewezen. Door de helft van de verzameling naar den zolder over te brengen, is gedurende de laatste vacantie een lokaal tot werk plaats ingericht, waardoor eenige geringe verbetering werd verkregen. „Wij zullen den lezer niet verder vermoeien. Het gaat zoo mutatis mutandis, het geheele verslag door. „Met de huisvesting de boekerij schijnt ook nog niet het volmaakte bereikt te zijn. Omtrent de localen, waarover de boekerij is „verspreid" zooals het in het verslag heet, wordt het volgende medegedeeld. 1°. De beschikbare ruimte is te klein. 2°. Deze ruimte is als bewaarplaats voor de boekerij ten eenenmale ongeschikt geworden. •3 De tot. nu toe gevolgde wijze van in dit gebrek aan ruimte te voorzien is ondoelmatig gebleken. 4 De bestaande leeszalen bieden geen behoorlijke gelegenheid aan om

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1901 | | pagina 188