190 laten wij het maar ronduit erkennen, tot nog toe met gering succes. De bestaande toestand tast vooralsnog het algemeen belang gevoeliger aan dan ons persoonlijk belang, maar stellig zullen bare gevolgen in beide richtingen zeer verslimmeren, wanneer onze Vereeniging een struisvogelpolitiek mocht aannemen, tegenover de groote op banden zijnde economische hervorming der landverlegging. Niet alleen moeten wij daarom ter zake van de vorming, van de opleiding van het personeel dat aan den nieuwen dienst zal worden verbonden een gevestigde overtuiging hebben, ook met betrekking tot den, bij de invoering van de afronding der eigendommen te volgen weg, dient zulks het geval te wezen. En waar en wanneer dat pas geeft, behooren wij in de allereerste plaats ter wille van het gemeenschapsbelang, in beide opzichten openlijk van onze meening te getuigen. De Pruisische landmeter is niet tevreden met. de verhouding waarin hij geplaatst is tot de General ko mm is sion, omredenen welke ongeveer overeenkomen met die, waaruit onze weinige inge nomenheid met het beheer door een ambtenaar van de Regi stratie voortspruit. De overheersching waartegen hij te kampen heeft is van juridisch- administratieven aard en is oorzaak, dat wordt in Pruisen openlijk erkend, dat op het verloop der uitvoering van de Zusammenlegung der Grundstücke gegronde aanmerkingen zijn te maken. Hieruit mag men niet besluiten dat de ondernemingen slordig of slecht worden uitgevoerd; de gebreken die hen aankleven zijn van een indirect, voor den leek niet onmiddelijk aan te wijzen karakter en vloeien voort uit de kreupele regeling van de onderlinge ver houding der uitvoerende ambtenaren. Het dienstvak werkt dientengevolge tijdroovend en kostbaar en wat dat zeggen wil, daarover behoeft men onder ambtenaren geen woorden te verspillen. Voor den Pruisischen landmeter, werkzaam bij de Gen er al- kom mis sion, bestaat het opleidingsvraagstuk niet meer, actueel is voor hem nog alleen de kwestie zijner verhouding tot dat lichaam. Onze aandacht wordt voor beide aangelegenheden, die op grond onzer maatschappelijke toestanden niet ieder afzonderlijk aan de orde komen, tegelijkertijd gevraagd. Het zij herhaald, aan deze omstandigheid ontleent de motie

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1901 | | pagina 192