203 Debat. mededeelt om gezondheidsredenen niet tegenwoordig te kunnen zijn en de beste wenschen voor de vereeniging uitspreekt, en in het bijzonder de aanneming der voorgestelde motie aanbeveelt. De heer Hoffmann verkrijgt daarna het woord tot het houden der aangekondigde voordracht overDe opleiding tot Geodeet-KuUuurtechnicus aan de Rijkslandbouwschool te Wapeningen. Deze voordracht is opgenomen in deze afl. van het Tijdschrift bl. 179' De Voorzitter brengt de vraag in behandeling of de vergadering het wenschelijk acht, het programma uit te breiden met de afdeeling „Kuituur techniek", zooals die in het Tijdschrift is opgenomen op bladz. 15 en 16 van den loopenden jaargang. De heer de Bal bi an wenscht het woord te voeren over de voorge stelde motie; de Voorzitter wijst op de wenschelijkheid om zich eerst te bepalen tot de behandeling van punt k der agenda en de bespreking der motie uit te stellen tot punt l. De heer Vruggink is van meening, dat men door de aanvulling met Kuituurtechniek zijn tijd zou vooruilloopen, omdat thans nog geen kans bestaat, dat deze wetenschap in toepassing zal komen, De heer Jos. Bingen merkt op, dat de gebreken die volgens den in leider de inrichting te Delft aankleven niet van zulken aard zijn, dat die niet zouden zijn weg te nemen en het komt hem voor dat geen enkel bezwaar van voldoende belang is. Waarschuwende tegen eene vooringe nomenheid voor de inrichting te Wagen in gen, zullen daar naar zijne meening veel ingrijpender veranderingen noodig zijn om eene geschiktere opleiding te kunnen verschaffen dan te Delft, alwaar zonder twijfel de beste gelegenheid zich voordoet. De inleider heeft naar sprekers oordeel te weinig aandacht geschonken aan de geodetische vakken. De Voorzitter doet opmerken, dat de vraag welke inrichting het meest aangewezen mag worden geacht Delft of Wageningen niet zoo op den voorgrond behoeft te treden, wel echter de aanvulling van het programma, waarmede echter niets wordt beslist over de plaats, waar het onderwijs zal worden gegeven. De inleider, de heer Hoffmann, de vorige sprekers beantwoordende, kan zich de opmerking van den heer Bingen, als zou te weinig aandacht geschonken zijn aan het onderwijs op landmeetkundig gebied, zeer goed verklaren; de groote ruimte die de afdeeling „Kidvurtechniekin het ontworpen programma inneemt, heeft waarschijnlijk dien spreker den indruk gegeven, dat de afdeeling geodesie stiefmoederlijk is bedeeld; bij nadere beschouwing zal echter blijken, dat bij deze laatste alleen de ver-

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1901 | | pagina 205