208
Zou spoedig mogelijk dus een goede techniek in afwachting can succes op
ons streven naar de juridische bewijskracht, die niet zoo gemakkelijk te
verkrijgen blijkt.
Zou dit onder een ander Departement, dat nog nooit aanleiding gehad
heeft zich rekenschap te geven van de velerlei eischen waaraan een
kadaster voldoen moet, sneller bereikbaar zijn?
Zou een kadaster met bewijskracht onder een ander Departement veel
spoediger ontstaan dan aan dat van Financiën'?
Zouden de kadastrale ambtenaren onder een ander Departement hunne
positie zien verbeteren'?
En daar het er ten slotte op aankomt, dat aan het hoofd der af
zonderlijke afdeeling personen staan, die aan de wenschen der Vereeniging
te gemoet willen komen: is een bestuur van dergelijke personen aan een
ander Departement eerder te verwachten?
Zie, mijnheer de Voorzitter, dat. zijn alle zeer belangrijke vragen.
Kunnen die bevestigend beantwoord worden, dan zal ieder eene event.ueele
verhuizing moeten toejuichen.
Mochten er zijn, die reeds nu iets gevoelen voor pogingen tot over
brenging van het kadaster naar een ander Departement, dat men zich
dan uitspreke
In dat geval zou het misschien overweging verdienen de behandeling
der motie een jaar uit te stellen.
De voorstanders van zulke overbrenging zouden daardoor gelegenheid
hebben b. v. in het Tijdschrift te trachten duidelijk te maken, dat van
verandering in dezen verbetering te wachten is en dat er werkelijk geen
onoverkomelijke bezwaren bestaan om K. en H. van Fin. te scheiden.
De vergadering zal dan met kennis van zaken en gerustheid zich al of
niet vereenigen kunnen met de uitdrukking: „aan een der Departemen
ten van Algemeen Bestuur".
Overigens onthoud ik mij zelf na deze uiteenzetting van een af ander
desbetreffend voorstel. Ik persoonlijk heb geen bepaald bezwaar tegen
die uitdrukking.
De alinea: »van oordeel, dat het wenschelijk is leiding te geven" deed
ik bij mijn amendement vervallen als niets bijzonders zeggende en niet
ter zake dienende.
Verklaart de vergadering zich ten gunste van eene afzonderlijke af
deeling K. en H., dan spreekt het van zelf, dat zij het Bestuur ook
machtigt zoo mogelijk de leiding eener beweging in die richting op zich
te nemen. Met mijne wijziging van de laatste alinea bedoel ik meer de
aandacht te vestigen op de de hoofdzaak der motie: eene afzonderlijke af
deeling K. en II.
De heer Hoffmann wenscht in verband met hetgeen door den heer