211 „2°. naar eene opleiding van toekomstige landmeters zoowel in „theoretischen als in praktischen zin overeenkomstig de voorstellen „aangenomen in de vergadering van deze Vereeniging in 1891 en „aangevuld in de vergadering van heden; „van oordeel, dat ter bereiking van dit doel, beheer van het „kadaster, bij voorkeur door eene afzonderlijke afdeeling „Kadaster „en Hypotheken" aan een der Departementen van Algemeen Bestuur „wenscbelijk is, „draagt aan het Bestuur óp zooveel mogelijk in die richting werk zaam te zijn." De heer Golpa bespreekt nog de gelegenheid, die bij de Bijksdriehoeks- meling zou kunnen worden aangeboden om de aspirant-landmeters te oefenen in liet. hoekmeteri. Langdurige detacheering van een paar land meters bij de driehoeksmeting is meer ten bate van dat werk dan wel ten hate van het kadaster. Het zou echter zeer zeker ten bate van het kadaster zijn, als de aspi ranten gedurende een paar zomermaanden in de gelegenheid gesteld worden de praktijk der hoekmeting mede te maken. Zoolang de driehoeksmeting duurt, is er geen beter leerschool denkbaar. Zou het bestuur de wenschelijkheid hiervan niet eens willen overwegen en eventueel dien wensch ter kennis willen brengen van het Hoofdbestuur. De Voorzitter verzoekt den heer J. Bingen over dit punt zijne meening te willen zeggen, waarop deze met klem van redenen verklaart, dat de detacheering van aspiranten aanbeveling verdient, dat het idee van den heer Col pa hem toelacht. De Voorzitter doet de toezegging' dat het. Bestuur deze zaak ernstig zal overwegen. Nadat de heer J. T. Hessels den Voorzitter namens de aanwezigen voor de uitstekende leiding der vergadering dank heeft betuigd, wordt de bijeenkomst gesloten. De Secretaris, M. DE VOS.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1901 | | pagina 213