217
In ongeveer alle Duitsche Staten bestaat eene wettelijke regeling,
die het mogelijk maakt in dit opzicht tot betere toestanden te
geraken. Onder toezicht van daartoe aangewezen regeerings-organen
kan, op verzoek van de eigenaars van een grooter of kleiner opper
vlak, door deskundigen eene nieuwe indeeling van perceelen worden
ontworpen en uitgevoerd, na goedkeuring door de belanghebbenden.
Het behandelde complex van gronden, bestaande uit verschillende
perceelen van een aantal eigenaars, wordt daarbij beschouwd als
een enkel groot perceel, hetwelk onder de oude eigenaars opnieuw
wordt verdeeld in verhouding van ieders waardeaandeel in het
geheel. Bij deze verdeeling wordt in de eerste plaats rekening
gehouden met het belang der eigenaars, tevens wordt de verdeeling
zooveel mogelijk dienstbaar gemaakt aan het algemeen belang en
bovendien worden bij die gelegenheid de noodige nieuwe werken
(wegen, waterleidingen, bruggen, duikers) uitgevoerd, noodig om
het complex in zijn nieuwe verdeeling zoo productief mogelijk te
doen zijn. De wettelijke regeling maakt het mogelijk de nieuwe
indeeling tot stand te brengen ook indien eene minderheid van
belangen de uitvoering van den overigens als algemeen nuttig
erkenden maatregel wenscht tegen te houden. Daar de nieuwe
indeeling zoodanig geschiedt dat ieder eigenaar zooveel mogelijk
terug krijgt een oppervlakte in groote en waarde gelijk aan die
welke hij aanvankelijk bezat en van gelijke geaardheid en kwaliteit,
voldoet deze regeling in Duitschland zeer goed en is het aantal
aanvragen daar steeds toenemend. Jaarlijks worden duizenden
hectaren op nieuw ingedeeld en op deze wijze gebrekkige land-
bouwtoestanden belangrijk verbeterd. Met de belangen van hypo
theekhouders en van allen die eenig zakelijk recht hebben op goederen
behoorende tot het verleggingscomplex, wordt behoorlijk rekening
gehouden. Ook in Engeland bestaat eene wettelijke regeling om
tot betere indeeling te geraken, die aan de daar bestaande mis
standen grootendeels een eind heeft gemaakt.
De Commissie „Ontginning" uit het Nederlandsch Landbouw-
Cornité houdt zich met de vraag bezig of het mogelijk en wenschelijk
zoude zijn, nok in Nederland een dergelijke wettelijke regeling in
te voeren. Ten einde de wenschelijkheid te kunnen beoordeelen,
dient de Commissie zich allereerst rekenschap te geven van den
omvang, dien het euvel in Nederland heeft. Ofschoon reeds over
een aantal gegevens beschikkende, veroorlooft zij zich Uwe mede-