4
De propaganda der zooeven genoemde Vereeniging bleef echter
niet onopgemerkt in den lande, uit allerlei kringen van belang
hebbenden en deskundigen daagden medestanders op, menig openlijk
bewijs van instemming met de nieuwere denkbeelden, die zich
langzaam maar zeker een weg baanden, werd ontvangen.
In de 24e Juristen-Vergadering, gehouden te Utrecht den 28en
en 29en Augustus 1893, werd de vraag behandeld:
„Is herziening wenschelijk van het stelsel onzer wet omtrent
„eigendom van den grond in de richting van het Grondboek- of
„het Torrensstelsel of in anderen geest?"
Het onderwerp was toegelicht door preadviezen van de HH. Mr.
P. R. Feith, Lid van den Hoogen Raad, I. Boer Hz., landmeter van
het kadaster, A. Moll, notaris, en nog door een officieus advies
van Prof. Mr. H. J. Hamaker in het Rechtsgeleerd Magazijn.
Over de wenschelijkheid der invoering van een kadaster met
bewijskracht waren allen het eens; het hierop betrekking hebbende
vraagpunt werd in de Vergadering eenstemmig aangenomen.
Het genootschap voor Landbouw en Kruidkunde in Utrecht
bracht op de agenda voor 1899 van het Nederlandsch Landbouw -
Comité het volgende onderwerp:
„Zoodanige pogingen aan te wenden als kunnende leiden tot
„verbetering van de rechtszekerheid van den grondeigendom door
„middel van verbetering van het kadaster."
De behandeling werd verdaagd om het dagelijksch bestuur van
dat Comité in de gelegenheid te stellen een preadvies uit te
brengen, dat in den loop van dit jaar is verschenen; in de onlangs
gehouden vergadering van het Comité werd het onderwerp echter
aangehouden tot na afloop der Vergadering van de Notarieele
Vereeniging, 29 September te Amsterdam in hotel Krasnapolsky,
waarop dit punt door deskundigen zal worden ingeleid en
besproken en waarbij de leden van het Landbouw-Comité kunnen
tegenwoordig zijn. x)
i) Op de vergadering, die thans tot het verlodene behoort, werd de wensche
lijkheid van een kadaster met bewijskracht aangenomen met 69 stemmen vóór
en 9 tegen.
Het in deze aangelegenheid tot nog toe gevolgde regeeringsbeleid werd een
stemming en zonder voorbehoud afgekeurd door alle aanwezige technici, 53 in
aantal, waaronder drie hoofdambtenaren, Ingenieurs-Verificateur van het
kadaster.