53 1. Omvang van het gebied, waar gelegen. 2. Vorm en grootte der eigendommen. 3. Overheersching van groot- middelbaar- of klein grondbezit. 4. Schatting van het gemiddelde getal aan iederen eigenaar toekomende afzonderlijk gelegen eigendommen. 5. Aard der scheidingen of afsluitingen, veelvuldigheid van grensgeschillen. 6. Aanwezigheid van bijzondere, wellicht geheel plaatselijke rechtsverhoudingen, bijv. erfpacht, beklemrecht, waarin men niet te overkomen bezwaren meent te moeten zien. 7. Aard van den bodem, soort van cultuur. 8. Bezwaren verbonden aan de bewerking, de bebouwing, den afvoer van producten, gebreken in de afwatering, behoefte aan draineering, behoefte aan- en mogelijkheid van bevloeiing enz. 9. Uitkomsten, door wellicht plaats gevonden normaliseering van kleine rivieren of beken ten opzichte van het landbouwbedrijf ver kregen, op plaatsen waar hooge waterstanden vroeger regelmatig voorkwamen. 10. Communicatie-middelen, onvoldoendheid van het wegennet, erfdienstbaarheden tengevolge daarvan. 11 Bijzondere voordeelen aan landverlegging verbonden, zooals de mogelijkheid om tot eene andere cultuur over te gaan. 12. Gevallen waarin door eigenaren is getracht landverlegging tot stand te brengen. Uitslag ervan; bij ongunstigen uitslag de bezwaren waarop is gestuit. 13. Enz. Wij vertrouwen dat Gij de gewenschte inlichtingen naar vermogen gaarne zult willen verstrekken en geven U daartoe in overweging aan elk kadasterkantoor met elkaar in overleg te treden, een Uwer aan te wijzen om een verslag van de inlichtingen en overwegingen op te maken en dat, liefst voor 1 Augustus e.k. te zenden aan een onzer, die onlangs, in verband met dit onderwerp, benoemd zijn tot leden van genoemde Commissie. Wij zijn zoo mogelijk gaarne bereid desgewenscht meerdere in lichtingen te verstrekken. Utrecht, j A }1 1901_ Leiden, r I. BOER Hz. C. W. HOFFMANN.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1901 | | pagina 53