AFRONDING VAN EIGENDOMMEN. Dorpen, steden en andere nederzettingen in verband met de verdeeling der gronden in Nederland. Dr. H. Blink in de 98e Algemeene Vergadering van het Koninklijk Aardrijkskundig Genootschap, gehouden te Amsterdam, 26 Januari 1901. In het programma van het onderwijs voor „geodeet-kultuurtech nicus''werd als een der leervakken opgenomen: „de geschiedenis en de economische beteekenis van het grondbezit" „De oorspronkelijke inbezitneming van den grond", of indien men wil, „de vestiging der oorspronkelijke nederzettingen", is de titel van een der onderdeelen, van een der hoofdstukken van de geschiedenis van het grondbezit. De begaafde spreker behandelde, hoogst waarschijnlijk zonder het zich bewust te zijn, in zijn rede een kultuurtechnisch onderwerp van vèrdragende strekking, wijl ons land, aan den vooravond van de invoering der landverlegging staat. In zijn inleiding treedt de kuituurtechniek een paar maal, zij het dan ook bescheiden, naar voren. „Er is een praktische aardrijkskunde", zoo zegt hij daarin, „die het volk wil doen begrijpen zijn productie en consumtie." Iets later merkt hij op: „de aardrijkskunde als wetenschap wil laten zien het causaal verband dat bestaat tusschen de dingen die op de kaart te zien zijn". Oogenschijnlijk is een kaart hieroglyphenschrift zonder orde. Die orde aan te toonen, is de tegenwoordige opvatting van vele aardrijkskundigen". (2) De kuituurtechnicus heeft tegen deze stellingen geen bezwaar, zonder verzet kunnen zij door hem worden onderschrevenalleen, met het bestaande causaal verband is hij niet ingenomen, uit een Zie Algemeen Handelsblad van 27 Januari 1901. Ochtendblad 2e blad. (2) De aanhalingen zijn ontleend aan het A. H.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1901 | | pagina 54