RECHTELOOSHEID VAN AMBTENAREN, i)
De Vereeniging van Leeraren aan de Middelbare Scholen te Amsterdam
heeft het volgende schrijven verzonden «Aan alle Ambtenaren van Rijk,
Provincie en Gemeente in Nederland.»
Meer dan een halve eeuw geleden werd door Thorbecke reeds
betoogd dat het dringend noodig was den rechtstoestand van den ambte
naar te regelen. Sinds dien tijd hebben staatslieden en rechtsgeleerden
dit dikwijls herhaald. Bij de behandeling van de pensioenwet sprak
Roëll onomwonden van de «volslagen rechteloosheid, waarin de ambte
naren in ons land staan tegenover de over hen gestelde autoriteiten»,
en Mr. E. Fokker schreef in 4897. «de ambtenaren in Nederland
leven niet in een rechtstaat, maar zijn aan de genade der regeering
overgeleverd.»
Dat die rechteloosheid nog steeds voortduurt, komt voornamelijk doordat
de belanghebbenden al dien tijd van de zaak geen of weinig werk hebben
gemaakkt. Blijkbaar vond men in de praktijk den toestand zoo erg niet,
maar als men bedenkt, dat er toch wel slachtoffers gemaakt worden en
dat willekeur altijd mogelijk is, dan zal geen ambtenaar over zijne
rechtspositie gerust kunnen zijn.
De Nederlandsche Juristenvereeniging was, vier jaar geleden, bijna
eenstemmig van oordeel, dat bij de ambtenaren van den Staat (en zijne
onderdeelen) «de toepassing van tuchtmiddelen, van ongevraagde over-
plaating en ontslag, alleen moest kunnen geschieden overeenkomstig den
uitslag van een behoorlijken rechtsgang.» Vooral tegen ongemotiveerd
ontslag moet de ambtenaar voldoende gewaarborgd zijn, en dat hiervoor
wel een regeling te maken is, bewijst het voorbeeld van Duitschland,
waar een ambtenaar tegen zijn wil slechts ontslagen kan worden na
een procedure.
Zal de Kamer, die in Juni a. s. moet verkozen worden, den ambtenaren
zulk een regeling verschaffen. Dit is niet waarschijnlijk, als de belang
hebbenden er niet op aandringen. Met dien aandrang zou een aanvang
gemaakt kunnen worden, door aan eiken candidaat in elk district te
vragen
1°. of hij meent, dat het wenschelijk is den rechtstoestand der ambte
naren te regelen;
Handelsblad 15 April 1901.