66
De verplichte wijze van landbouw, de Flurzwang"verdeelt de
akkers, bet bouwland, in den regel in drie kringen, zeigen (l) ge-
heeten, waarin aan ieder markgenoot aandeelen worden toegewezen.
Een kring is zomeraklcer, een ander winterakker en de derde ligt
braak; dit driejarig cultuur-systeem is bekend onder den naam
van drieslag-stelsel.
Iedere zelg werd weer gesplitst in gelijke deelen, omvattende
grond van dezelfde waarde.
Van deze deelen werd aan iederen gerechtigde een lange smalle
strook toegewezen, waardoor een splitsing tot stand kwam die
tengevolge bad, dat de grond van iederen markgenoot over het
geheel terrein verspreid lag.
Menige streek in ons land gaat gebukt onder de groote nadeelen
van dit verdeelstelsel. Men ziet daar met verlangen uit naar de
„afronding der eigendommen," de „landverlegging", ter
opheffing van het euvel van het open field systeem.
Nog in den nieuweren tijd, zelfs na het tot stand komen der
markenwet in 1886, zijn in gemeenschap bezeten gronden in den
geest van dit stelsel verdeeld.
De toewijzing der stukken geschiedde meestal bij loting, en had
plaats voor een bepaald aantal jaren, te Ilollum voor twaalf
was deze termijn verstreken dan werd opnieuw geloot.
De periodieke verdeeling door het lot had tot gevolg, dat er aan
den grond niet veel werd verbeterd, daar men zoo goed als zeker
was, na verloop van den gestelden termijn, de akkers in andere
handen te moeten overgeven.
Waar de schatting in vroeger tijd onbekend was, was men wel
genoodzaakt op de beschreven onvolkomen wijze er voor te waken,
dat de een niet boven den ander werd bevoorrecht.
Het eerste privaatbezit van den markgenoot bestond uit het erf
behoorende bij zijn huis, voorts bezat hij een onverdeeld aandeel in de
bouw- en weidegronden, waarvan de dorpsgemeente eigenaar was.
De dorpsgemeente, het werd reeds opgemerkt, was het complex
van ingezetenen; ieder der ingezetenen had een gebruiksrecht op
den gronder over beschikken kon alleen de gemeenschap, alle
ingezetenen te samen.
De onderstelling is niet gewaagd, dat de op Ameland gebruikelijke be
naming eggen, zinsverwant is met «zeigen».