8 Commissie over de houding der Regeering letterlijk over te nemen. Dat oordeel luidt: „Toen de Commissie de taak op zich nam, omtrent deze aan gelegenheid gegevens te verzamelen, kon zij niet vermoeden, dat „er door de Regeering reeds zoo spoedig een nieuwe regeling ge troffen zou worden. „Tegen de denkbeelden der Yereeniging in bracht deze regeling „echter geen vooruitgang, integendeel blijkt er bij vergelijking van „het bestaande met het nieuwe examenprogramma (voor adspirant- landmeter en voor landmeter) een kleine teruggang. „Dit is zeker in vergelijking met onze oostelijke naburen een „ongewoon verschijnsel; overal, tot zelfs in de Balkanstaten, vindt „men voor den landmeter een passende opleiding; in het vaderland „van Snellius zoekt men die nog te vergeefs. Des te meer moet „de Vereeniging, die zich ten taak stelt de belangen van het „kadaster te bevorderen, het tot hare taak rekenen op dit punt „alle krachten in te spannen. „Als vereeniging van deskundigen heelt zij het recht en rust op „haar de plicht, der Regeering haar gevoelen kenbaar te maken. „Mogen de gronden, die er haar toe geleid hebben de bestaande „opleiding te veroordeelen, en vooral de jongste regeling door het „K. B. van 4 April 1891 n°. 15 ten zeerste te betreuren, ook der „Regeering aanleiding geven nogmaals deze zaak te onderzoeken." Het kon niet minzamer en tegelijkertijd zelfbewuster, maar ook niet duidelijker worden gezegd, dat men door de houding der Regeering, welke reeds afwees voor het verschijnen van het pread vies, zich diep getroffen gevoelde, te meer wijl de Regeering onge twijfeld wist, dat een preadvies over de zaak zou worden uitgebracht en zij allicht kon verwachten, er voor haar bruikbare gegevens in aan te treffen. Of de Regeering de zaak nog weer onderzocht, kwam niemand ter kennis; indien dus, wat niet waarschijnlijk is, ooit zoo'n onder zoek van haren kant plaats vond, heeft zij stellig gemeend, dat de toestand die zij schiep en onveranderd liet, volmaakt was. Mocht deze laatste onderstelling juist wezen, dan ligt in haar isolement haar kracht. Nog maakt de Commissie melding van het feit, dat reeds in

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1901 | | pagina 8