9
1875 door eene vergadering van ambtenaren van het kadaster,
het georganiseerd verband eener Vereeniging bestond toen nog niet,
de noodzakelijkheid uitgesproken is, de opleiding der landmeters
in den in haar preadvies omschreven zin te herzien; en dat dus
aan de Vereeniging een spontaan opgekomen zucht naar verandering
niet kon worden ten laste gelegd.
De volgende bijlagen waren aan het preadvies toegevoegd:
I. De programma's voor de examens voor adspirant-landmeter
en voor landmeter bij het kadaster, vastgesteld bij Kon. Besl. van
10 Nov. 1874 n°. 9 en bij Kon. Besluit van 4 April 1891 n°. 15.
(Door het tweede Kon. Besluit verviel zooals reeds werd opge
merkt het eerste.)
II. Een uittreksel uit het Programma der lessen voor 18901891
aan de Polytechnische School te Delft.
III. De opleiding tot landmeter in de Duitsche Staten
a.
Koninkrijk Pruisen,
b.
Koninkrijk Beieren,
c.
Koninkrijk Saksen,
d.
Koninkrijk Wurtemberg,
e.
Groothertogdom Hessen,
f-
Groothertogdom Baden,
9-
Groothertogdom Oldenburg,
h.
Groothertogdom Mecklenburg,
i.
Elzas Lotharingen,
k.
Een algemeen overzicht getrokken uit a.i.
IV. De organisatie van het technische personeel bij het kadaster
in Italië.
In de Algemeene Vergadering van de Vereeniging voor K. en L.
gehouden te Groningen den 21en October 1891 kwam het pread
vies in beraadslaging, met den uitslag, dat de aanwezigen zich met
op één na algemeene stemmen met het uitgebrachte preadvies „in
zake opleiding tot landmeter van het kadaster" vereenigden.
Voor de tweede keer was daarmede in eene vergadering van
uitsluitend deskundigen „de bestaande opleiding" waarvan de com
missie gewaagt, gewogen en te licht bevonden, veroordeeld.
„De bestaande opleiding", de zin dezer terminologie, voorwaar een
ongemeen beleefde vermelding van iets wat nimmer bestond, behoeft
ongetwijfeld, wil zij in ruimen kring verstaanbaar zijn, eenige toelichting.