103 Opmerkelijk is het dat van de vele tegenstanders van het tweede wets ontwerp-S pre ng er van Eyk (woning 37i pet., schuren l*/2 pet.) niemand voorstelde terugkeer naar de wet van 1870. Het schijnt, dat men dit. te kras heeft o-evonden. omrlal de sohntkist van do wed ei-in voorin rr rlov =-" vc. algeheele vrijstelling der landbouwschuren te veel nadeel zou ondervinden. Het aangenomen amendement van de Commissie van Rapporteurs was voor de schatkist echter nog belangrijk nadeeliger. Redenen genoeg waarom de Groninger Maatschappij van landbouw en nijverheid met vrijmoedigheid, zonder van egoïsme te kunnen worden verdacht, zich met een adres wendde tot H. M. de Koningin met het verzoek herstel van het bepaalde bij letter g van art. 25 der wet van 1870 Immers, wanneer dit plaats heeft, dan zullen de boerenwoningen worden geschat naar art. 4 der wet van 1897, in hoofdzaak overeenstemmende met de artt. 9 en '10 der wet op het personeel van 16 April 1896. Ten einde aan te toonen, dat de huurwaarde der tot hoeven behoorende gebouwde eigendommen volgens de personeele wet hooger is geschat dan de belastbare opbrengst dierzelfde gebouwde eigendommen volgens de jongste herziening, heb ik uit een plattelandsge meente in het noorden der provincie Groningen de beide totalen becijferd. Die becijfering is het tegendeel van geflatteerd. Die gemeente is de gemeente Uithuizermeeden, een zuivere plattelandsgemeente. In vergelijking met vele naburige gemeenten is de huurwaarde van het personeel daar betrek kelijk laag geschat, omdat er naar evenredigheid minder groote kostbare boerenwoningen voorkomen dan in vele andere gemeenten in de provincie Groningen. Ook zijn, ten gevolge van reclames in de cijfers nog wijzigingen gekomen, waardoor het aantal der als hoeven geschatte woningen nog is toegenomen. Deze factoren werken dus ten riadeele van mijn betoog. En wat leerde mij, ondanks die nadeelen, de uitkomst? Dit, dat het aantal perceelen bedroeg 767, waarvan onbelast 33, burgerwoningen 610 en hoeven 124. Die 124 hoeven zijn bij de jongste herziening van gebouwde eigendommen geschat op een totale belastbare opbrengst van (omstreeks) f 11804, Yoor het personeel zijn diezelfde gebouwen, n.l. de woningen, evenwel geschat op een totale huurwaarde van f 14764,50, dus pl. m. 25 pet. hooger. Indien ik de cijfers van een meer sprekende gemeente had kunnen bekomen, dan was het verschil ongetwijfeld nog aanmerkelijk grooter geweest. Nu zijn er onlangs in de Tweede Kamer ook denkbeelden in over weging gegeven tot opheffing der inderdaad zeer groote onbillijkheden. De heer Bos, afgevaardigde voor Winschoten, heeft zich daar geheel aangesloten bij het verzoek der Groninger Maatschappij van landbouw en nijverheid. Er zijn echter ook stemmen opgegaan tot terugkeer naar het 2de voorstel Sprenger van Eyk (boerenwoningen 3*/2 pet en schuren l'/j pet.) een en ander te bepalen naar den omvang van het

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1902 | | pagina 103