Het opbergen en de bewaring van het kadastrale archief.
In de le aflevering van den 18en Jaargang van ons Tijdschrift
komt een verweerschrift voor van de H.H. Teijchiné, e.a., wijl
zij in het door mij ingezonden artikel over de opberging van het
kadastrale archief, een aanval zien, èn op den vroegeren hoofd
ambtenaar, èn op den toestand van het archief alhier.
Bedoeld verweer verbaast mij; mijne beschouwingen toch brengen
aan den onbevooroordeelden lezer niet meer ter kennis, dan er in
staat, te weten: den wensch, om een noodzakelijke verbetering
te krijgen in de bewaring der kadastrale standaardstukken"
Wie meent er meer uit te moeten halen, waagt zich in het rijk
der phantasiën!
Breda, Februari 1902. W. Vruggink.