Kadastrale opmeting van perceelsgedeelten. x)
Het Hoofdbestuur van de Broederschap der Notarissen in Nederland
heeft het volgende rekest ingediend:
Aan
Zijne Excellentie den Heer Minister van Financiën.
Geeft eerbiedig te kennen,
«De Broederschap der Notarissen in Nederland», gevestigd te Amsterdam
Dat de notarissen bij de uitoefening hunner praktijk vaak zich genood
zaakt zien, om namens particulieren, aan Heeren Hypotheekbewaarders
kadastrale opmeting te vragen van gedeelten van bestaande kadastrale
perceel en
Dat deze opmeting van perceelsgedeelten stellig strekt tot bevordering
van de rechtszekerheid, aangezien het overdragen in eigendom en het
bezwaren met hypotheek van niet opgemeten gedeelten van kadastrale
perceelen tot vele moeilijkheden leiden kan;
Dat echter zoowel te Amsterdam als elders, naar het oordeel van ver
zoekster, de particulieren dikwijls geruimen tijd moeten wachten, alvorens
aan hunne aanvragen om opmeting wordt gevolg gegeven en zulks niet
tegenstaande de herhaaldelijk uitkomende welwillendheid der ambtenaren;
Dat dan ook de verzoekster van meening is, dat ter wegneming van
het aangevoerde bezwaar, uitbreiding van het personeel bij den dienst
van het kadaster zou behooren te geschieden;
Dat door de tegenwoordige langzame afdoening van aanvragen om
kadastrale opmeting, het verkeer wordt geschaad;
Redenen waarom de Broederschap der Notarissen in Nederland zich
wendt tot Uwe Excellentie met het verzoek om van gevraagde kadastrale
opmetingen, hetzij door uitbreiding van personeel, hetzij op zoodanige
andere wijze als Uwe Excellentie raadzaam acht, eene minder langzame
afdoening dan de tegenwoordige te willen bevorderen.
'tWelk doende enz
De Broederschap voornoemd,
Namens dezelve Haar Hoofdbestuur:
(geteekend) J. C. G. Pollones,
Voorzitter.
.r Chs. Miseroy,
AMSTERDAM, lo April 4902. Algemeen Secretaris.
Overgenomen uit het Notarieel Weekblad van 26 April 1902.