lis De hypotheekbewaarder riep een verleden op, dat haast terug voerde tot de dagen van hun beider jeugd, toen zij aan hetzelfde kantoor Winschoten werkzaam, ieder op zijne wijze en naar de mate zijner krachten, in verschillende ambtsbediening het gemeen schapsbelang behartigden. Hulde bracht hij, voor de welwillende en voorkomende wijze waarop de heer Heykoop de man van de techniek steeds bereid was om voor hem aan wien de boekhouding op den grondeigendom is opgedragen hel hobbelige veld van kaarten en veldwerken te effenen, waarop hij zich nu en dan moet bewegen. Rustig gezeten in een stoel, waaruit hij zich een oogenblik ver hief, richtte daarop een bijna negentigjarige het woord tot den scheidenden ambtenaar. In het jaar 1846, zoo begon de heer A. Cl. Hessels, mocht ik je, gij waart toen nog niet veel meer dan een knaap, het welkom toeroepen bij uw intrede in ons geliefd dienstvak. Ik hoop, Heykoop, wij waren niet altijd saam, alle bijzonder heden van uw ambtelijk leven zijn mij dus niet bekend, dat gij heden op vele gelukkig doorleefde ambtelijke jaren zult kunnen terugblikken. Ik zegen het lot dat mij toestond, aan de kleine betooging die uw persoon geldt, te kunnen deelnemen, en ik acht mij gelukkig op mijn welkom van weleer, thans een hartelijken afscheidsgroet te kunnen laten volgen. Welverdiend is de rust, die gij gaat genieten, volstrekt zal zij niet zijn, daartoe zijt gij U te zeer bewust van het „rust roest" leef de nieuwe en laatste toekomst die gij tegemoet gaat, nog lange, lange jaren en, mag ik U nog een raad geven als in de dagen toen gij kweekeling bij mij waart, volg dan ook in dit opzicht, mijn voorbeeld. Zichtbaar aangedaan, hoogst gevoelig voor de welverdiende hulde hem gebracht, betuigde de heer Heykoop aan alle aanwezigen zijn dank voor de wijze, waarop zijn heengaan tot een onvergetelijk feit voor hem was gemaakt. Toen volgden nog handdrukken en hartelijke persoonlijke wenschen en werd het onmogelijke beproefd, n.l. om met den vertrekkenden vriend in enkele oogenblikken diens 49 dienstjaren te doorleven.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1902 | | pagina 118