11
matorische Bedeutung", zooals het geval is met andere opgaven in
het grondboek die slechts feitelijke-, geen rechtsverhoudingen be
treffen. Dit standpunt werd ook oorspronkelijk algemeen ingenomen
Evenwel, zonder eenige wijziging in de wet of in de inrichting
van het grondboek of van het kadaster kwamen geleidelijk de
rechtbanken overal tot een ander inzicht, hoe langer zoo meer
werden zij geneigd, in geval van overdracht (Auflassung) of bezwaring
aan het kadastraal nommer de beteekenis toe te kennen, welke de
kaart er aan geeft, alzoo aan te nemen dat het perceel overge
dragen of bezwaard werd in den omvang als door de kadastrale
bescheiden wordt aangewezen. M. a. w. het beginsel van de
„öffentliche Glaube" van het grondboek werd ook uitgestrekt tot de
daarin voorkomende kadastrale aanduiding van de grondstukken
en bijgevolg tot de kadastrale kaart.
Het verst in die richting is gegaan de jurisprudentie in Pruisen.
Wij hebben dit reeds vroeger uiteengezet in dit Tijdschrift jaar
gang 1898 bl. 168 v., en herinneren slechts aan een aldaar ver
meld vonnis van het Reichsgericht van 9 October 1889, waarin het
beginsel zonder voorbehoud wordt uitgesproken, nl.
„De verkrijger te goeder trouw, die, na verwijzing van het grond
boek naar het kadaster, op grond van vestiging (Auflassung) wordt
ingeschreven als eigenaar van een perceel, verkrijgt den eigendom
in alle bestanddeelen die door het met het grondboek verbonden
kadaster worden aangegeven (ersichtlich sind) en wel onder deze
werking, dat elk eigendomsrecht, dat vroeger daarop bestond, ook
dat van derden, teniet gaat. Deze verkrijging strekt zich uit over
alle deelen van de in het grondboek aangeteekende kadastrale per-
ceelen of van die waarop die aanteekening betrekking heeft, onver
schillig of zij op den titel van het grondboek zijn genoemd of
niet1). Be eischer heeft slechts het bewijs te leveren dat de door hem
begeerde grenslijn identiek is met die, op de kadastrale kaart voor
komende" 2).
J d wAnl>ll\nv>lrrvn
UUU1 CIO J
4 der Pruisische Grundbuch-Ordnung bepaalde o. a.Bei Gutscomplexen
genügt die Eintragung der Gesammtfliiche und des Gesammtreinertrags.
-) Juristische Wochemehrift 1892, S. 107Gruchot, Beitrage zur Erliiuterung
des deutschen Rechts, Bd. 34, S. 133; Zeitsclir. des Rh.-Westf. Landm.-Vereins,
1897, S. 173.