120
ontworpen hulpnet, vormt den trigonometrischen grondslag voor de
markverdeeling.
Wijl binnen de driehoeken van het boofdnet de dorpen en de
binnenweiden liggen, werd dit laatste net niet ontworpen als een
aaneengeschakelde driehoeksmeting, omdat deze zou hebben ver-
eischt het inlasschen van een aantal trigonometrische punten, die
voor de markverdeeling van hoegenaamd geen belang zouden zijn
geweest.
De voorkeur werd gegeven aan afzonderlijke puntenbepaling
door middel der voerstraalmethode; elk hoofdpunt werd mitsdien
bepaald door hoekmeting in dat punt, op drie punten van het
hoofdnet en op een onmiddellijk voorafgaand reeds vastgelegd
hulppunt.
Voor de hoekmeting werd gebezigd een instrument waarvan de
kijker niet kon worden doorgeslagen, waarom de vier waarnemingen
op ieder punt verricht, in twee groepen, elk van twee waarnemingen
werden gesplitst, en de le groep werd gemeten van links naar
rechts, de 2° van rechts naar links, onder instelling der alhidade
op verschillende deelen van den rand.
Het aantal op deze wijze bepaalde hulppunten bedraagt 47
voor het tot stand brengen der markverdeeling was dit echter lang
niet voldoende, waarom nog een 300-tal punten houten palen
werden opgenomen, deels met behulp der basismethode (hoekmeting
gecombineerd met lengtemeting), deels met behulp der coördinaten-
methode (uitsluitend lengtemeting).
Deze houten palen waren geplaatst ten einde later de wegen en
waterleidingen te kunnen traceeren, en ter afpaling van de grenzen
der schattingsblokken.
De ligging der punten van het hulpnet kon, wijl met den vorm
der driehoeken geen rekening behoefde te worden gehouden, zoo
danig worden gekozen, dat tegelijkertijd meetlijnen werden verkregen
ten behoeve van de uitzetting der latere kavelgrenzen.
Een hoofdvoorwaarde voor het onmiddellijk bekomen van voldoend
nauwkeurige uitkomsten bij de toepassing der roerstraal-methode
is, dat het vast te leggen punt gelegen zij binnen den hoofddriehoek.
Bij een zestal hulppunten was het niet mogelijk aan dezen eisch
te voldoen, wegens hunne ligging buiten het hoofdnet.
Door de hoekmetingen steeds over vier punten uit te strekken,
is men echter in de gelegenheid immer dien driehoek aan de