124 dat aldoor op de markgronden bleef weiden, en aan de, op de eilanden langs onze kust, zoo dikwijls plotseling opkomende zeedampen. Het hoofdlengte-profiel der waterpassing, lang 2 uur gaans, loopt over den bestaanden weg van Nes naar Ho Hum door het dorp Ballum. Op elke standplaats werd de hoogte van de vizierlijn gemeten en nevens alle punten van dit lengte-profiel de diepte der bestaande slooten gepeild met het oog op hier en daar later te verrichten uitdieping. De punten gebezigd voor de voortzetting der aaneengeschakelde waterpassing werden tweemaal afgelezen. Bij de tweede waarneming werd de kijker omgelegd, een stand, waardoor bij dit instrument de fouten van regeling werden geëlimineerd. Voor de andere punten werd ééne aflezing voldoende geacht. Vóór den aanvang der waterpassing was het instrument nauw keurig door ons geregeld. De aflezing der zelfleesbakens geschiedde in centimeters, met schatting tot in millimeters. Behalve de in de richting van het hoofdlengte-profiel geslagen palen, dienende ter aanduiding van waterleidingen en van wegen, werden ook de in de nabijheid van dat profiel gelegen punten van driehoeksmeting in de waterpassing opgenomen, waardoor langs het gcheele profiel een reeks van punten van bekende hoogteligging werd verkregen, welke punten voor de voortzetting der water passing in kringen konden worden gebruikt. Deze kringen of trekken gingen uit van bekende punten, om aan te sluiten op punten waarvan de hoogteligging eveneens reeds bekend was. Er bleef dientengevolge verband bestaan tusschen het geheele verloop der waterpassing, terwijl tevens de gelegenheid werd geopend tot vereffening van verschillen. Wijl een opgave tot in c.M. voor het doel meer dan voldoende was, werd slechts één trek aangetroffen, die voor vereffening in aanmerking kwam. Deze gaf over een lengte van 3100 Meter tot sluitcijfers 2.193 M. en 2.089 M., welke uitkomst zeer afstak bij de overigens verkregen resultaten, toch werd met deze uitkomst genoegen genomen, omdat zij (de trek) over niet minder dan 1800 meter liep door een zeer veenachtig en bijgevolg onrustig terrein, waardoor het tot inspeling brengen der bel zeer werd bemoeilijkt.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1902 | | pagina 124